a3ö P u i m s t e e n e n
I.
A fdbel-
XVIII.
H oofdstuk.
Glas.
Achnat.
Hier onder begrypen wy die Steen«], wel-
fcen in ’t algemeen Glas-Achaat genoemd worden,
om dat zy zig ais een Glasachtig Achaat
vertoon en , en fomtyds gegraven of delfbaar
Glas Men betrekt »ertoe, inde eerfteplaats,
de Tslandfche Achaat, aldaar Rafetinna genaamd,
en verder den Ravenjleen van Honga-
ïie , als ook de Pierre de Gallinace der Fran-
fchen, uit Zuid. Amerika , ja zelfs den OM*
diaanfehen Steen, waar van P l i n i o s fpreekc *
welke allemaal Vulkanifche Produkten fchynen
te zyn , van eenerley natuur.
Dus vindt men deeze Glas-Achaat zo wel in
de nieuwe als in de oude Wereld,- in de koud-
fte met minder dan.inde heetlle Lugtftreekem
Een geheele Rots, daar van, legt negen Mylen
van Quito , m het Peruviaanfeh Gebergte al*
waar by ook voorkomt, omftteekaT v u
& » * * * * Napels eo op “ ër .
Icheide Eilanden en Kosten van Italië ; aa„ de
Karpatifche en andere Bergen van Hongarie,
mar den kant van Seveobergen.als ook by To-
k a y, daar de gedagte heerlyke Wyn valt- bv
Egra m Boheme; * l f s in Saken, in «
tembergfe, en aan den Rbyn , a waar de bé
fc reevene Molenfteenen
Stukken van voor.
“ « J B a s a s a : zeld-
WÊÊM
OF Ü R Ï F S T E E B E H . 23/
zeldzaamer, en gelykc veel naar Kryftallen. i ;
Hier van vindt men ’er meest maar, die totAFöEELï
Knoopen kunnen dienen , fomtyds wat bruin-
achtig, altoos doorfchynende. In de Noorde-gTUK.
lyke deelen valt de zwarte op verfcheide plaat- Gias-
fen , fomtyds in groote (lukken, doch is n\etMbaat*
pveral even glad en fyn (q).
In ’t algemeen is de Glas - Achaat een Stof-
fe , die zeer veel naar Glas gelykt of naar
Slakken van Lood, hebbende een eigen Glans,
zonder polyfting,*. doorzigtig, en zo hard, dat
zy aan *t Staalflag vonkt; broofch en Schulp-
achtig breekende. Dikwils komt zy met de
Lav a , of in dezelve, ja fomtyds aan dezelve
gekleefd voor, of ook , gelyk by Egra in Boheme,
llegts op Schiefer aaogevloogen o f Tapvormig,
als aan den Vefuvius. De gewoonfte
Kleur is zwart, donker zwart o f Pekzwart;
fomtyds met ingeflootene witte Schirl - Granaa-
ten, o f kleine groenachtige Steentjes, die uit
korte dikke fpreidende Straalen beftaan. Ia
dunne Schyven is zy meest groenachtig en
doorfchynende , dat fomtyds ook in groote
Stukken plaats heeft, by den Vefuvius: fomtyds
als verglaasd over zwarte L a v a , o f groen
en Bladerig aan de Kust van Algiers. Ook
valt zy by den Vefuvius dikwils graauw, o f
zwartachtig graauw , met veele kleine witte
Schirlv
J Dl
Cf) Olais, und Fov» Reife dursh Jskr.d, n.l'h. p, az ,
174*