I* Hier zou ik de befchryving der blaauwe
en groene Tzerhoudende Aarden , op ’t voet.
Hoofd- fpoor van den Gottinger Hoogleeraar J . F,
stuk* G m e l i n , als Soorten, (doch zeer ongere.
geld, dewyl zy geenszins tot de Uitfchietende
Okers behooren kunnen laaten volgen (k).
» M a a r , aangezien de eigentlyke plaats derzel-
ven onder de Klei jen is , alwaar onze Ridder
van een Blaauwe en Groene Aarde op *t artikel
Bolus fpreekt 0)» zal & j om herhaalin«
gen te vermyden, waar in gedagte Hooglee*
raar ten deezen opzigte als elders vervallen is ,
syn voorbeeld niet volgen*
(k) Natur ' Hyjlcm. des Mintral- Reichs. IV. Thcill, p,
309.
( l) Volgens zyn Ed. hadt de Heet Linnsüs geen gewag
van die Aaiden gemaakt; 't welk my zo niet vooikomt,
gelyk wy in 't volgende Hoofdftuk zullen zien*
0 $ - $ &
# #
é é
$
XXII. HOOFDXXII.
H O O F D S T U K .
I.
Afdeel.
XXII.
Hoofdstu
k .
Befchryving van de Z a n d e n ; waar in de
verfchillende denkbeelden over derzelver Oir-
iprong onderzogt en de Middelen, om de geweldige
Verftuivingen te beletten, voorgefield
worden. Nuttigheid der Zand - Velden en
Zandgronden. Schatten des Zands, Fyne »
Grove, eenvoudige en vermengde Kwarts-,
Glas-, Schulp-, Keizel-; Goud-, T in - , Y-
zerhoudende en andere Mineraale Zanden.
Over bet Z a n d , in ’t algemeen, zyn de verfchii-
gedagten der Gekerden zeer v e r f c h i l l e n - ^ ^
de. L i n n j e u s hadt hetzelve bevoorens aan-den.
gemerkt als de eenigfte oirfprongelyke Aarde,
uit welken alle andere Aarden en Stcenen,
door inmenging van vetfeheide Elementen 9 ont-
flaan zyn (*»). Naderhand fielt hy hetzelve
van Zee-Water geboren, uit de neervallende
Slagregens gckryltallizeerd te zyn en eindelyk
op 't Vaste Land geworpen («)• Volgens den
neer
(m) Sy/l. Nat. Ed. v ilt . P- « 9- Dus heeft de Hoogleeraar
Vogel hem begreepen. Ik denk dat onze Rtddet
ook de Met aaien meende, alzo hy zegt , totum Rtgnuru La-
fdeu» l en wel Eltmentorum ope , dat ts door middel, hul-
pe of weiking , der Elementen.
(n) Sy/l. Nat. XII. p. 19«-