I.
A fdeel.
XXI.
Hoofd»
stuk.
Lood*
Okers,
VItJ.
Ochrd
SZinti.
Spia itter
bloem.
kleur. Dus vale zy insgelyks in Siberie èg
by Johangeorgeftadc in Saxen : foodachtig b y
Bleyftadt in Boheme, in Tirol elders. Deeze
twee laaiden bruifchen gemeenlyk. Een roods
Lood - Oker , die men Bleygilbe noemt s zyn»
de een natuurlyke Menie of Minium Lunare,
graaft men by Call in de E iffe l, by Johan»
georgeftadt in Saxen en by Grössbol;' een bruine
in de Siberifche Groeven, by Saska in het
Bannaat van Temeswar en by Bleyftadt in
Boheme. Deeze is dikwils met Yzer-Oker
gemengd en een zwarte, by Schemnits in Hon-
garie, met Loodfpaath. Van gemengelde Kleur,
graauw en w it , met of zonder zwart, als ook
geel en rood, valt deeze Lood-Oker by Grofs»
hol, met Cinaber by Rohfelden in het Twee-
bragfe en met Loodglans in der Holle op den
Haarts.
(8) Oker van Spiaater, die witachtig is,
. Deeze, die men natuurlyke Spiauter < Bloem
kan heetsen , komt op den Westelyken Z ilverberg
in Svveeden , als een beflag der Spi-
auter-Ertfen , voor , en men vindtze, volgens
de Sweedfche Natuur-onderzoekers, ook in
China. Vermoedelyk behoort de witte Kala-
mynfteen ook hier, en in alle Kalmey bevindt
zjg
(8) Ozhra ZSnci albida. Syft, Nat, XII. Tom. III. Gen.
S o.
zig de Zink onder de gedaante van een Oker. I* *
Geelachtig, als met Yzer- o f Lood-Oker ge*
mengd, valt zy ook in Engeland. H oofds
t u k .
($0 Oker van Bismuth , die Poeijerig is en ix,
geelachtig. m S Z ti
Bismuth- j
Deeze wordt altoos Poeijerig en murw , oker,
doorgaans op verweerde Bismuth - Ertfen aan*
gevloogen , gevonden. Zy is , gelyk alle ei-
gentlyke Okers, zonder glans, en fmelt met
brandbaare Stoffen, in *t Vuur, tot een waa-
re volkomene Bismuth ( 6 ) . Men vindtze
graauw by Johangeorgeftadt in Saxen, die uit
het Centner tagtig Pond Bifmuth geeft: ook
witachtig g e e l, in de Sweedfche Provincie
Helfingeland , en groenachtig geel, zo aldaar
als by Schneeberg in Saxen. Veelen geeven aan
eene bleeke Kobaltbloem , en ook wel aanr
eene Spiauter-Etts , den naam van Bismuth*
bloem ï
(9) Ochra Wismuthi pnlverea flavescens. Sy/t. Nat. xn*
Tem. 111. Gen. jo. Wismuthum terreftre pulverulentutn
flavescens. Wall. Syjl. Min. II. p. 209. Wismuthum Cal*
tifotme pulverulentum. Ckonst. Min. 0. 2*3. Hos Wis-
muthi. Just. Min. 165.
(b) Zonderling is ’t , dat men de Letter W , anders in
’t Latyn onbekend , buiten noodzaake hier ingevoerd heb-
he , in navolging van den Hoogduitfchen naam Wismutb ,
vraarfchynlyk van Wtisf, wit, afkomftig. De Hoogteraat
Vogel fchreef BUmuthum, Wy volgen de Franfehen , die
het, iiismut heeten. Het wordt van fommigen met de Ma-
cafiet verwaïd.
H l, Dbsl. II, St u k ;