I. ftadt, in ’t Swartewald gevonden ('i). Dus heb
^XIV'L* ^ ° 0^ zeer ^raa’je Dendrieten op eece witach-
Hoofd- l*§e ^ a lk ' ^ ets *van Swartenberg en van Berg.
stu k . mans-Gmck in Saxen : op een witten Ka'kfteen
van ümenau in Thuringen en uit de nabuur-
’ fchap van Bath in Engeland : ab ook op een
donkergrauwen , byna van de zelfde Kleur,
uit Sweeden.
op Mat- Behalve de Kalk- en Marmerachtige Steenen ,
fteenfenz, (Eelyk ikze dus zeer fyn op Marmer van Hes-
* * '* •7' fen-Darmftad heb,) vallen de Dendrieten ook
op andere Soorten van Leyfteen en fomtyds op
Zandfteen , op verharde Kley, op Kalmey, op
Bergpapief en op witte Eladerige Kalk-Spaa h
in Noorwegen , als ook op witten ordoorzig-
tigen Barn^een, in Pruisfen. Ook vindt menze
dik wils op de Plaatjes der verkalkte Schulpen
en Beenderen , inzonderheid van het Gegraven
Yvoor. De Kleur is dan gemcenlyk
zwart of bruinachtig, doch fomtyds ook wit,
gelyk ik ze dus heb op het graauwe loeder-
Marmer van de Haarts , in Fig. 6 vertoond.
Ik heb een Stukje Ficbter Achaat van den Gal-
genberg by Oberfteinin het Tweebrugfe, welks
witachtige Korst met zeer fyne helder graauwe
Boompjes is getekend, als in Fig. 7. Hetzelve
g jy k t veel naar dat Stuk . ’t welk in Fig.
3 , op Plaat VII. a , byKNORR is afgebeeld;
In Fig. 4» 5 , 6 , vindt men aldaar witte Den- E „
drieten, die tot de Breedbladigen behooren. j
In Engeland en elders vallen zy ook op Kei- Hoofd^
zeis of Vuurfteenen. De Pastoor M e in e c - stuk. 'a
k e fchryft, dat in zyne Landitreek , by O*
berwiederftedt, in *t Graaffchap Mansfeld,
Dendrieten voorkomen , met groote Bosfcha-
giën, dikwils Ellen lang , in ’ t perfpektief boven
en onder , waar van de Steen wel vyftig
Ponden weegt* Kleinere, ten deele op Vuurfteenen
, ten deele op witte Kwarts-Keizels^
waren minder gemeen. Die op Vuurfteenen
hebben een glanzige Yzerkleur en zyn uiter-
maate zuiver, doch maaken op den zwarten
en graauwen Steen geen aanmerkelyke ver*
tooning ; terwyl zy , door het Mikroskoop
bekeeken , nog fehooner aanzien hebben dan
de Achaate Boomfteenen. De anderen, op witte
Kwarts -Keizels, zyn insgelyks zwart, ook wat
glanzig, en vallen op den witten Steen fomtyds
zeer aartig in ’t gezigt (£).
De meeften der Oppervlakkige Dendrieten
zyn van èene Yzerachtige natuur , gelyk
uit de Kleur blykt, o f ook Bitumineus
, weinige Koperachtig/ B r u c k m a n n
verhaalt , dat alle Dendrieten, die in de na-
buurfchap van Goslar ,aan den Rammelsberg,
vallen, groenachtig zyn. Ook zyn ’e r , als
be*
(k) Naturforfdif XII. Stuk, bladz, a4 i.