I.
A fd e f l .
XIX.
H oofdstu
k .
^ XIT.
StalacïiteS
Tlumhife-
rus.
Lood*
Sinter.
P i . XXII.
-%♦ 3.
Goud bekleed o f Natuurlyk verguld. O p de
Breuk zyn deeze Staaven Straalig , byna als
Bloedfteen o f Glaskop , zogenaamd. Andere-
Yzer- Stala&ieten , die in 't vervolg zullen te
p a s komen , wanneer ik dat Metaal befchryf;
gaa ik tegenwoordig voorby.
(12) Stala&iet die Kalmey - Loodachtig i s ,
graauw, poreus en knobbelig.
Volgens L i n n ^ ds vindt men deeze in
Italië > die naar zyne befchryving beftaat uit
qene Bladerige, eenigermaate poreuze , d^ch
taamelyke digte, zeer zwaare, vafte , gedachtig
witte en van buiten Knobbelige Korst.
Zeer fchoone Stukken van dien aart,Sneeuwwit,
zyn hier onlangs gebragtvan Furftenherg
in Schwaben; waar van ik een gedeelte alhier
in Fig. 3. vertoon. De groene Loo-lfpaath ,
die op HofsgroDd by Freyberg in ’tSchwarts-
wald zo fraay groeit , waar van ik aanzknly-
ke Stukken heb, heeft veel overeenkomst met
de Stalaélieten. Men zou hier ook de zwarte
uit Lotharingen , de geelachdge uit Neder.
Bretagne in Vrankryk, en de verharde Lood-
Oker, die by Kalle in de Eifel v a lt, kunnen
t’huis brengen. Weinige andere Mineraakn
zyn ’er, die ook niet by wylen eene Stalae-
tietifche Geftalte vertoonen ; gelyk de Mala*
chie-
( ti) Stala&iies Calamieari- Plumbèus , grifeus, Forofus
tsodulofus. Sjft. Nat, XII. Gen. 48. Sp. t l .
chieten , Bloedfteen , Loodglans , Zwavels , I. '
Zouten en Vitrioolen; doch van deezezalopzyn
plaats gefproken worden. Ik hebeen Zeolithifche Hoofd-
Loodlpaath , Stala&ifch gegroeid op een fchoon stuk. .
Stuk Oker met Loodglans, die deeze Soort met
de volgende verbindt.
( 1 3 ) Stalactiet die Spaathig is gejiraald. xnr;
1 . StalaBitlS
Dus maak ik de bepaaling , om algemeen
te pasfen op dat zonderlinge Gefteente, voor steen,
eenige Jaaren eerst in Sweeden ontdekt,’t welk
Zeolithus. dat is Schuimfteen, genoemd wordcfra).
De Mineralogist C r o n s t e d t , die het zelve
in ’t jaar 1756 allereerst bekend maakte (n) ,
gaf naderhand het volgende berigt van deszelfs
Eigenfchappen.
„ Het is wat harder dan Spaath- en Kalk-
,, Stoffen, doch geeft ook aan ’t Staalflaggeen
„ Vuur. Het fmelt zeer ligt, voor de Blaas-
„ pyp, gelyk de Borax, tot een wit Schuimig
,, Glas, dat bezwaarlyk tot digtheid en door*
, , fchynendheid is te brengen. Door Loogzout
is
( i j ) StaloSHtes Spathofo-radiatus. Mibi. Stal» Spathofus
lufescens. Syfï. Nat. XII. Tom. III. Gen. 48. Sp. 12. Zeo-
lites spatholus. Cronst. Min, §. 1 10. Zeolithus. VOG. Min,
189(
m) Ik zou het ook Kocrn- Aair/Ieen vertaalen kunnen;
doch de benaatning van Schuim - Steen drukt betet de eigen*
(chappen uit.
(nj Stockh. Verhand, van 1755. p. I II.