I.
AfDIïfI»
XXIII.
Hoofd*
STUK.
Zwarte
Bolusfen.
58*, D e Kl e i j e n of
]yk, dat menze naauwlyks van den Rook vai
groene Takken zou kunnen afleiden. Ook heeft
men door Scheidvogten bevonden, dat deeze
insgelyks zeer Yzerhoudende zy.
Voorts wordt gewag gemaakt van een Zwarte
Bolus, genaamd Pnigite, welke, gemeenlyk
van Joodeclym doordrongen, in de Schiefer*
breuken by Oberhast, als ook by Meiringeti
in Switzerland, zoude voorkomen. D a v i l a
fcadt zodanige in zyne Verzameling (&), Zou
men hier toe ook niet de zwarte zogenaamde
Fitiweel - Aarde betrekken kunnen, welke men
op den Grond der Switzerfcho Rryftalholen
vindt, en waar in eigentlyk de Kryftalleq
groeijen ? Deeze is Meelig, doch een waare
Kiev en op ’t gevoel zagt als Fluweel. ïn
Engeland wordt dergelyke Kley overvloedig
gegraven, die voor een Cimolia gehouden wordt.
By Northampton zyn voornaame Groeven daar
van en men maakt >’ er , dat zonderling .i s ,
Tabakspypen van , zo wit als Sneeuw. Een
andere, welke de Heer H i l l voor de Pni-
gites van G a l e n o s houdt, valt in yeele
«deeien Van dat Ryk. Naby Londen is ’er, ag-
ter St. George’s Hospitaal, een Groeve van,
waar in zy vyfentwintig Voeten djep voor*
bomt, onder een Bedding van Zandige Aarde,
en
( l ) Catal. raifonni, Tom. II. p. 7.
(e) Da Costa Foi/ils. p. 30, Van wien de meefte by-
zonderheden der Bolusfen , naar de Kleur , hier zyn ontleend.
en eene van Leem o f Pot . Aarde. Door ’ t
branden wordt deeze zeer hard en roodachtig x x i l l .
bruin van Kleur (c). Hoofd-
I I . G e m e n g d e .
(14 ) Kley die gemengd , eenigermaate fplytbaar
» en Meel-Zandig is, fttriM.
Onviugt-
In Sweeden wordt, by den naam van Björk- baar6‘
leru 1 in ’t Hoogduufch jBirkenthon^ een foort
van Kley onderfcheiden, die voorkomt op de
onvrugtbaarfte Velden, in de Sweedfehe Provincie
Sudermamland , als ook in Boschachtige
Streeken , inzonderheid van Berkenhoomen ,
waar van zy den naam voert, als Berken - Kley.
Z y valt ook op fommige plaatfen in Duitfch*
land, gelykbyGrunftadt, niet ver van Schwart*
zenberg in Saxen, by Schladming in Stiermark,
by Gutënbaum in Neder-Ooflenryk, geelachtig
; by Pasfau blaauwacbtig ; en roodachtig
op de Faroe-Eilanden. Z y is gemeenlyk met
Zand gemengd, op de breuk Schilferig, droog
en fyn ; in ’c Vuur brandt zy niet zeer hard
en wordt daar in gemeenlyk bleekrood, fmei*
tende veel ligter dan de gemeene Kley.
0 5 )
(14) Argilla m’xta fubfisfilis Glarcofa. Syst. Kat. XII.
Tom. III. Gen jz . Sp. 14. Argilla communis pura aiba,
Cronst. Min p. ros. 90. Argilla Asfilis alba. Wall«
Sy/l. Min. 1. p. 47.
Oo 4