I.
A fdeel.
XVIII.
Hoofdstu
k .
Loua.
fpoor van den Hoogleeraar G m e l i n , met dén
bynaam van de voorgaande , als hier beter pas-
fende. W a l l e r i u s zegt, dat zy van
Aard-of Slakachtige gedaante voorkomt; doch,
alzo de Metaalilakken dikwils ook iets Aard*
achtigs hebben, kan onze bepaaliDg Rand houden.
Het is eene vry algemeen? eigenfchap der
thans bekende Vuurbraakende Bergen, dat zy
na het uitwerpen van een geweldigen Rock en
daar op volgende Vuurvlammen, Afch en Puim-
fleenen, of ook onder hetzelve , een Stroom
van Lava uitgieten. Dus nöemt men een Stof-
fe als gefmolten en gloeijend Metaal, welke,
’ t zy uit den top , o f uit de zyden o f uit dén
voet des Vuurbergs, door Spleeten en Gaten,
Welken z y zelfs maakt, uitbarst, en langs de
Aarde vloeit; alles, wat brandbaar en verniel-
baar is , wegruimende en medefleepende. ’t Duurt
lang eer deeze Stoffe hard en nog latiger eer
zy koud wordt; ja de bovenfte Oppervlakte
reeds tot zulk een Korst geworden zynde, dat
men ’er over gaan kan, is het onderfle nog
zo week, dat men 'er een Rotting in kan Ree-
ken. F e r b e r bevondt de Lava van den Ve*
fuvius, omtrent een Jaar na de uitbarfling,nog
voor de Hand onverdraaglyk heet en rockende
(v_). Verhardende bekomt zy een oneffene,
(v) Brieft out ÏValicbiani, Siag. 1773, p, ija .
öf D r y f s t e e n ë n . 241
ne, Blaazige, dikwils gegolfde Oppervlakte, £'
naar binnen dichter en gemeenlyk vol Schirl.AFDEEL?
Kryftaller), die fomtyds als de geheele z e l f - a S
Handigheid der Lava uitmaaken, in de gedaan>s^es*
te van groote Bafalt -Staaven. Dus legt zy biava^
zig, naar den loop des Strooms, o f op dezy-
de en den voet des Vuurbergs, of op de Vlafc
ten daar beneden , o f dringt tusfchen de Aardlagen
in , en , tot in Zee geloopen, vormt zy
fomtyds Kaapen o f Voorgebergten, waar van
men voorbeelden op Sicilië heeft, o f bekleedt
den Grond der Zee. De Rotfen, rondom Ys-
Jand, beftaan op veele plaatfen uit zulk eene
gefmoltene en verharde Stoffe. Op dat Eiland
komen ook menigvuldige Holen voor en Spelonken
, door de Lava by ’t uitloopen gevormd
welken men thans gebruikt tot Scbaaps ~ Kooi!
jen. Hier toe betrekken wy ook het berustè
Honden - Hol in het Napelfche, en veele anderen
in Italië. Rivieren zyn fomtyds door zulk
een Lava-Stroom verhopt geworden» Wie
weet hoe veele Rotfen en Eilanden,in de Oceaan
, door zulke Uitbarflingen ontftaan zyn
Op het Eiland Tahiti, in de Groote Zuidzee,*
immers, komen geheele Bergen van Lava voor,
van welken weder Brokken, door Aardbeevin!
gen waarfchynlyk, afgebroken zyn. Dikwils
vindt menze met geheele Laagen Aarde, Asch
o f Steenen, die ’ernaderhand opgeworpen zyn,
bedekt.
la hardheid komt zy veel met de Keizeis zeiffea.
Hl» Deel, II» Stük^ Q 0Vër-difiheid*