I.
'Afdï e l -
XXi.
H oofd-'
stok.
XVII.
Ochra
Stibi^o
Spiesglas»
Bloem.
( 17 ) Oker van Spiesglas, die uitfchiet en
rood is.
De Erts van Spiesglas valt byna altoos
Straalig en op dergelyke manier gelternd als
gezegde KoperbloemeD ; doch deeze wordt
hier zo min bedoeld als de roode o f anders
gekleurde Antimonie - Erts , welke uit Vezels
of Plaatjes beftaac, in Hongarie en Saxen voorkomende.
Hier worden flegts de Bloemen van
Spiesglas bedoeld , die als een fyne Wollig*
heid o f Fluweel op andere Spiesglas - Ertfen
groeijen , en zekerlyk mede door de werking
van eenig bytend Vogt of door de Lugt onc-
ftaan. Zy hebben dikwils ook eene Sterachti*
ge gedaante. De Kleur is fomtyds fchoonrood,
o f paarfchachtig of blaauw of groenachtig
geel 5 ja men vindt ook wel die allen by malkander.
Zodanig een Stuk heb ik uit Hartz-
wald, dat met alle deeze Kleuren fpeelt,van
zeer fyne Vezelachtige Spiesglasbloemen op
geftreepte Spiesglas - Erts , in witte Kwarts»
D a Vi l a hadt dergelyke Stukken, met Kleuren
als een Duiven-Hals, uit Hongarie, zelfs
met gejlernde Pluimen of Vedertjes, als ook
ee®
(17 > Ochra Stibiï germinans rubra. Syfl. Nat. Xtl. Tom.
III. Gen. jo. Sp. 13. Stibium Fibris Capillaribus fparfis,,
Syfl Nat. VIII. 17a. Antimonium lubrurn plumofum,
WoiT. Min. 27. Antimonium magna Copia Sulpburis
minexalifatum Scc, Wa il . Min. 238. Antitn. Sulph. mine»
lab
eene die graauw en paarfch was gebloemd, op A
een blaauwachtigen korreligen Kwarts-Steen ( K). XXI.
Van een dergelyken, die ik van de Oude Hóófd-
Hoop ïö Braunsdorf by Freiberg bezit, -■
fchoon paarfche eenigermaate gefternde Bioe KL’ XXlV«,
men, geef ik in Fig. 6 gedeeltelyk de Af beel* .
ding. Somtyds komeö deeze Bloemen ook
zwart voor , o f graauw , by Joachims^Thall
in Böheme, eö zy zyn Goudhoudendö in Se-
venbergen én Hongarie, Zilverhoudende in Saxen.
Ook vindt mefize by Ilmenau in Thu-
ringen. L i s n ^ üs zegt dat zy in Vrankryk
t’huis en ryk van Yzer zyn. Men heeft My-
neft van Spiesglas gevonden in Poitou en Bre-
tagne zegt P o m e ï , die nooit het Hongari-
fche hadt gezien ( i ) . D a v h a hadt een dig-
të, vaste Antimonie - E r t s , met eene Zwavel*
achtige Oker omkleed, van Moulins inkBouf-
bonnois. Men heeftze ook, Uit Siam in OoSt-
ïndie, in Vrankryk aangebragt. Ik hebze, behalve
Duitfchland en Hongarie, uit Engeland,
uit Toskanen en van ’s Eiland Corfika in
de Middeliandfche Zee»
03)
'
tal. tan* injhr Fibris Capillaribus fêparaUs. WALL» Syfl.
Min. II. p, 197. Flores Antimonii. VOG. Min. 495.
tb) DaV. Catal. taifehnê Toitl. II, p r’37Ö,
(i) PomET 1iet Drogucs, Libr. II. p. J»,
Cc