I. Geen andere worde hier bedoeld , dan die
' S - Steenachtige Korst, welke op fommige plaat-
Hoofd- ^ n , daar de Menfchen gedmirig hun Water
8TUK. loozen , o f ook daar men hetzelve, ’t zy door
onachtzaamheid, ’t zy met voordagt, eenigen
tyd opgaart en ftaan laat, aangroeit. Dezelve
heeft, in eigenfehappeo, veel overeenkomst
niet den Blaas - Steen.
( I2? Tuffteen dcr Stelen , die Kalkachtig
Ltittinus, IS.
K«td-
Naar de hoedanigheid van het Water, dat,
tot Theedrinken o f anders , op zig zelve gekookt
wordt, groeit aan den Ketel, indien
men denzelven niet fchoon maakt, allengs een
Korftig beflag, zynde doorgaans van eene
Kalkachtige natuur, volgens de bepaaltng van
L i n n j E üs. Zyn Éd. merkt aan , dat het
overvloediger uit Bronwater dan uit Rivierwater
ontftaa. Het zuivefe Regenwater, onzer
Bakken, geeft daar van het minfte; maar Putwater
, inzonderheid dat bard is en brak , zo
veel te meer. De eigenfehappen zyn naar den
aart van het Water verfchillende. Men noemtze
fis) Topèus Calcüreus Lebetum. Syft, Nat. XIK Tom.
III. Gen, 49. Sp. 12. SchSeb. Utb. 8ff. Porus Aqueu*
Aqua fimplici generatus. Wall. Min. 297. Tophns fufibi-
Ts renettris Aqul fimplici geneiatus. Lapis Aqueus, Wall.
Sj/l. Mn, H. p. 392, Sp. 422*
ze Waterfteen of ook wel Ketelfteen. Z y is I.
door Vuur fmeltbaar , zegt W a l l e e i u s ; Af® J ® l *
tot een doorfchynend Glas. Hoofdstuk*
f iq ) Tuffteen die Kalkachtig is en Kor* xur.
V J Topbas
re lig . Tbermaiit.
Baden-Tuf.
De heete Badwateren, die de hier voor be-
fchreevene StalaóHetifche Omkorftingen maa-
ken ( d ) , leggen aan de kanten der Bronnen ,
Bakken en Pypen, een Zetzel a f , als voorgemeld
is , ’t welk dezelven, indien zy niet
om zekeren tyd daar van gezuiverd werden ,
geheel verftoppen zou. Hetzelve verfchilt,
in natuur, zo zeer niet van dezelven, als in
gedaante. Het beftaat , naamelyk , als uit
een Kalkachtig Zand, dat broofch eö geelachtig
is , aan de buitenzyde begroeid met byna
onzigtbaare Kryftalletjes, zegt de Ridder.
Doch anderen merken aan , dat deeze Baden-
T u fn ie t alleen in de Kleur, die doorgaans wit
is en fomtyds donker bruin, groen- of geelachtig
, naar de bygemengde Mineraaie Stoffen;,
maar ook in aart grootelyks. verfchille: alzo
men fommige geheel Kalkachtig , anderen gemengd
aantreft , met deeze of gene Aarde (e).
Zo
(13) Topbus Calcareus Granulatus. Syft. Nat Xlt.Tom. III.
Gen. 49. Sp. 1 3.Lapis in Canalihus. Vaud. D is /] iS'.
ld) Zie bladz. 2,6} , Uier voor.
(e) Wall. Syft. Min, II, p. 332. Vogel dt int ruft, Agfi
Gott, 17j6. 061. Item. Min. Syft. p. 257.