ren Gips-Sinter geheten , om dat zy met Zuur U 1
niet opbruifcht, volgens den aart der Gip*
fen (£> Hier van in ’t vervolg nader. I) A ü-g,.(lfl;
b e n t o n wi l , niettemin, dat alle AlabastersTus.
tot de Stalactieten behoore , de Kalkachtige
tot die van de Derde , en de Gasachtige tot
deeze Soort (&).
(6) Stalactiet die Gips - Spaathachtig en digt
is van zelfjlandigheid.
Gips-!
In zelfftandigheid komt deeze, die volgens p^xxu*
den Ridder op Sicilië, en wel by Trapano , Fi&- *♦
Kegelachtig , uit den witten g e e l, gevonden
wordt, met de Gips overeen, als met Zuuren
niet opbruifchende : doch in gedaante met de
Spaath , zynde op de breuk Bladerig, gelyk
de Gips - Spaathen. Z y valt ook wit in Swee-
den , graauw in Hongarie , en dikwils zonder
eenige b- paalde geftalte. In de Lekhuizen der
Zoutwerken, gelyk by Sulz aan de Neckar in
het Wurtembergl'e, komen ook dergelyke Sta»
laétieten voor. En ik twyfel niet , o f hier
behooren deeze van een zeer fraaije figuur,
met Sterk Water niet.opbruifchende, in F ig .
i , Plaat X X II. afgebeeld, zynde om een Takje
(6) Stalattitts Gypfeo - Spathofus folidu«. Syfi Nat. XII.
Tom UI. Gen. 48. Sp. 6 Stal. Gypiett? texeuri Spathofa.
Cbonst. Min, §. 20. Stal. Gypleo-Spattiofus, WALL. SyJI.
Min. U- p.