I.
A^dpel
XXI.
H uofe-
STUK.
Berggroen.
Vetfchil*
lendbeden.
171 d e O k e r s o®
nen , docr Vitriolifche of Zwavel - Dampen
verknaagd , wordt door Water afgefpoeld';
dat de Zuuren te veel verfiapt, om ’ t Metaal
langer op te houden. Misleiden is ook
dit Water van eene Kalkachtige natuur, waat
door het Koper neergeftooten wordt. Doof
het met brandbaare Stoffen te fmelten , immers
, krygt men ’er zo veel Koper uit, dat
men het onder de rykfte Koper Ertfen zou
kunnen tellen. Door het in Mineraale Zuü*
ren te laaten ontbinden , bekomt men uit de
Solutie, met Yzer daar in te werpen, ook
een zuiver Koper. Door branden wordt het
donkerer en fmelt eindelyk t’eenemaal.
Gemeenlyk valt het Berg-Groen flegts aan-
gevloogen, als gemeld is. Dus ,beb ik het
op een fchoon Stuk masfief gedeegen Koper,
van ’t Eiland Timor in Öostindie. Geen Ertfen
o f Steenen , byna, zyn ’er te bedenken ,
daar men het dus niet op gevonden heeft. By
JKonits in ’t Swartsbergfe komt het ook voor
in doorfchynende Kwarts - Kryftallen , waar
van - ik een fraay Stukje heb. Somwylen is
het geheel Poeijerachtig; gelyk men het, behalve
in Hongarie , ook in Lotthaiingen, in
Thuringen , in het Wurtetnbergfe , in Tirol
en op ’t Eiland MarteDique aantreft. Sommig
heeft een lósfen famenhang , zo dat men het
met de Vingers kan vergruizen ; gelyk het
dus in Hongarie voorkomt , als mede op de
Pyreneefche Bergen. Ook valt het wel in
ronde
ronde’ Korrelt fes ,'die men Koferwikken noemt, 1.
of Stalaftietifch,* gelyk in Tiroi , in Thurin Afeeel.’
gen , in Engeland en in Siberie. D a v i l a j|OOSip*
vergelykt een dergelyk Koper-Groen, van de stuk.
Pyreneefche, Bergen, in geftalte by Bloemkool. Berggrm.
Veele Malachieten zou men daar toe betrekken
kunnen. Het komt ook in Kryftallen
voor; hoedanigen D a v 1 l a , die donker groen
” zyn , befchryft uit Lotharingen , als kleine
Kaalden, nevens elkander geplaatst ( y ) > en
G r ö nov i u s een dergelyk Stuk van Zel-
lerfeld aan den Haarts, Men vindtze gemengd
met kleine Spaath-, Kwarts- en. Lood - Kryftallen
( z j.
Veelerley trappen van Kleur doen ook het
Berg-Groen verfchillen , ’t welk, by vaste
Klompen voorkomende , op de breuk of digc
is , gelyk Jaspis, en fomtyds vettig als Spek-
fteen; of korrelig, byna gelyk Zandfteen: of
Vezelig , waar toe de Fluweel Erts behoort,
die ik zeer fchoon heb van Kamesdorf in Saxen,
op Y z e r -O k e r ; of Bladerig op Lever-
Erts van Koper, in de Pyreneefche Bergen,
en met Koperkies in Saxen, by Freyberg:
of Schaalig , dat men Schiefer-Groen noemt,
in Nieuw Jork , op de Pyreneen, by Falken-
ftein in T y ro l, en by Saska in ’c Bannaat van
Temeswar. Men vindt de Schaalen, daar
van,
(y) Calaleg. raifmni. Tortv II. p.
(z) Gmel. Natur- Syjlem. IV. Th. p. 885«
Aa 3