44<s D e Z a n d e n of
X. ondoorfchynende ; gelyk men üellen moet die
« g g f der Elemenceele Aarde te zyn. Zou niet zo
gooFüi wel in ’£ Water een beginzel kunnen zyn van
stok. de Zandkorrels, als van de Kryftallen en Keimt
eene zeis. Immers de Heer W a l l e r i u s zegt(w)
stoffe"der dat, ,, aangezien alle Waarneemingen bewy-
Wateien, zen, dat de Zandkorrels uit eene vloeibaars
3> Stoffe zyn ontftaan , men het Zand beflui-
,f ten kan, by de Schepping te zyn voortge-
fs bragt, niet alleen , maar ook nog dagelyks
s» voort te komen uit eene Lymerige Stoffe,
33 die in de Wateren gemengd is en allengs
), daar ui t, door verdikkinge, verhardt, na dat
a, zy in Korrels is verdeeld.’1 Alleen blyfe dit
laatfte moefjelyk te begrypent, en daarom heb*
ben fommigen zig verbeeld, dat het door K ry -
door Coa.fiallizatie zoude geboren 'zyn. In een Brief
Kryftaili-^ van Doftor v a n S cHE F F L E R t e Dantzig,
«tie. aan den Heer Hofraad W a l c h , merkt die
Heer aan, van gevoelen te zyn , „ dat ’er
„ een geduurige Voortteeling des Zands plaats
bebbe , dat hetzelve in Water uit Keizel-
, , Aarde ontftaa, en wel doormiddel van eene
, , Coagulatie, dat is eene ftremming, zonder
„ Vorm o f bepaalde figuur; in welk opzigt
}i alleen de oirfprong des Zands van eene
„ Kry-
(») wall. Syft. Mn. II. p. u i .
(o) Naturforfchtr. XI. SrUX, p. I2 I .
(? ) Nat. Hiß. van Holland, als boven , bladz, 234.
( f ) Da Costa Fesßls. p. 120,
Kryftallizatie verfchillen zoude” (o ) . Het I. ^
Zand immers komt onder veelerley gedaanten
v o o r , én men zal mooglyk onder duizendHojjfd.
Korrels geen twee vinden , die volmaakt van stuk.
eene zelfde figuur zyn , wanneer menze
door ’ t Mikroskoop befchouvvt. Dat zulks
van de eigenfehap der Kryjlalmaakende Vögten
af hange (p ) , geloof ik niet; maar wel, dat
het veroirzaakt worde door gedagte fchuuring
tegen elkanderen door t Water, even als men
zulks in de Diamanten, Edele Steenen en Kri-
zeis, waarneemt.
Niet minder verfchil is ’er onder de Autheu* verfchil-
ren over de Rangfchikking. Sommigen, dié|^ng.
het Zand als van eene Keizeiachtige natuur fetukking.
befchouwden, wilden, dat het van de Aarden
geheel afgezonderd moest worden ( q ) . De
Heer H i l l fchikt het onbefchroomd onder
de Kryflallen ( r ) , en maakt ’er een Rang v an,
tusfehen de genen die regelmaatig gehoekt, eu
die niet hc ekig zyn , gelyk de Kryftallyne
Kei ze is; merkende de Zandkorrels aan , als
gebrokene, onregelmaatig gehoekte, en in de gedaante
van een Poeijer (O* Dus heeft zyn Kd.
hetzelve naderhand in zyn Samenftel ingevoegd.
Anderen oordeelden (t) dat het als een by zonde
’
(r) Wie het ondet de Steenen geplaatst hebbe (Nat. Hiß.
van lioll. tl. D. II. St. , bladz. 666.) weet ik niet.
(s) Fosfils arranged. Lond. 177*- P- J ii* - «4«»*.
(ï) BiRKHEX Nat» Hiß. van Holl. II« D. II« STUK,
bladz. 667.