I. eenige andere 'Staat,komen zy ook in zeer vee-
je deelen van Europa voor; doch het Veen is
Hoofd- niet van eenerley natuur. Z y bevinden zig op
stu k . Ysland, in Rusland, ia Noorwegen, Jutland,
*'«*• üeeDemarken , Sweeden , en zo wel in de
ar * Noordelyke ais in de Zuidelyke Landen aan
de Oostzee. Men vindtze in Koerland , in
Pruisfen by Truttenau , op het hooge Gebergte
in ’t Silefifch Vorftendora Jauer, ook by
Beuchnïts, by Dachenberg, by Creutsberg en
op den Schneekop in Silezte, by Oberfchwer-
da in de Lausnits,als ook op verfcheide plaat-
fen van Opper • Saxen , in Thurir gen, Frankenland,
voörnaamelyk aan den Ramberg in ’c
■ Wurtsbergfe , m Zwaben , aan de Bodenfee;
by de Ryks*Stad Ulm, by Bebenhaufn en
op de Hermans-Heide, tusfchen de Rivieren
Enz en Murg, anderhalf Myl van Wildbad ,op
verfcheide plaatfen in 't Wurtembergfe, byOf-
fenbach niet ver van Frankfort aan de Main;
op verfcheide Gebergten, zelfs op de hoogde
Alpen in Switzerlacd ; ook in Piemont en Italië,
zelfs in het Napelfcheen omftreeks Rome:
by Arras, Compiegne, in Pikardie by Amiens,
in Poitou, by Beauvoifis, by Villeroy in Champagne
en elders in Vrankryk (k) ; als mede in
verfcheide Landfchappen van Engeland., in
Schotland , Ierland en op de Orkadifche Eilanden.
Naar
Ik) Zie Uitgezogte Vtrbanitlingin, X,DEEL, b!.218,837.
WÊÊÊÊÊÊM m m m
o f S t u i f - A a r d e n« 662
Naar den kant der Nederlanden vindt
Veengronden op den top van fommige Ge- x x v .
bergten in het -K-e--u-r--v o-r—ftendom Hanover , Hoofdinzonderheid
op de Luneburger Heide, als ookST^ j^
in de Hertogdommen van Bremen en Venten
in het Oldenburgfe, in Oostvriesland, in de
Stichten van Hildesbeim , Paderborn , Osna-
brug en Munfter; in de GraafÉchappen, Ben-
theim , Teeklemburg , Lingen en Mems; in
het Keulfche, Gulikfe, Bergfe en Rleeffche:
in Brabant niet ver van ’s Hertogenbofch, in
’t Landfchap Drenthe , in Gelderland by Nitn-
wegen en Zutphen, in ’ t Overysfelfche, Groningen
en V riesland , in U trecbt, Holland1,
Zeeland , en dus in alle on/e Provinciën.
In ’t algemeen komt het Veen meer op laage
dan op hooge Gronden, en byna altoos Laags*
wyze voor , leggende op Zand of Kley, en
gemeenlyk met eene aanmerkelyke veelheid
Te el - Aarde bedekt. De dikte der Veen.
laagen, of eigentlyk derzelver diepte, is , volgens
D EGN ER us ,v an tw e e , vier, agt, tien
tot twaalf en twintig , ja vyfentwintïg o f dertig
Voeten; de uitgeftrektheid dikwils van verfcheide
Uuren gaans (!)• Men vindt ’er dikwils,
niet alleen in onze Landen, maar ook
elders, een menigte van Boomftammen, Wortelen
(l) Vide Degnerum de 'Turfis, p. aj* en uit denzelvsnin
dc N dt• Hift* van Fiollaud 11. D. L STUK 3 bladz 73 jcnz*
wu
i l 1
p tf
mÉmm Ik S I