I. veelen, een vlug Loogachtig Zout, en ande-
ren waa^ernen aHeedyk een Waierigen Damp,
H oofd» Door Olie van Vitriool op Kley over te haa.
stu k . Jen, tot dat dezelve droog blyve, en dan het
overblyfzel met heet Water uit te loogen,
krygt men , door Kryftallizatie, Aluin. Dit
beeft fommigen doen denken , dat de Aluin-
Aarde ook een weezentlyke Hoofdftoffe der
Klei] en zy.
Eigen* Deeze Aarde vindt men zelden zuiver in de
deTAhiüi- latuur. Ge r h a r d nogthans, die dezelve
Aaide. Stypterioides noemt, trof haar af kleurend en
zagt op ’t gevoel, by Graqhe in st Silezifch
Vorftendom Munfierberg, tusfchen de Chry»
zopraas, iD een groene Kley, en de Abt Ma.
zaas , by Poliniére in Vrankryk , in Tripel
aan. De eerfte vermoedt, dat menze nog
meer zou vindeq, indien men acht gaf op de
witte Nesten in Kley - Beddingen, Zy ont*
bondt zig tot op een vierde deel, dat een fyn,
doorfehynend , gliofterend , wit Zand was,
Poenemaal, en wel met fterke opbruifehing,
in Vitriool • Zuur, ’t welk ook de zuivere A.
luin» Aarde altoos doet, vormende dus, door
Kryftalfchieting, Aluin. Met Geest van Salpeter
of van Zout, fchiet zy geene 'Kryftal-
len, maar , wanneer men *t Vogt , door kpo*
king, geheel doet wegdainpen, Klompen, die
vervolgens in de Lugt weder fmelten , gee*
vende, door DqftiUatie, aaoftonds haar Zuur
over. De Plaotaartige v Zuuren veranderen
haar
haar in een kleverige Stoffe, die veel naar A* £ ,
rabifche Gom gelykt. Op zig zelve veran- xxill."
dert zy, door een fterk Vuur, noch in onge- Hoofd:
biufchte Kalk , noch in Glas, maar, vinnigSTÜS*
doorgegloeid , verliest zy byna de helft van
haar gewigt , en trekt dan de Vogtigheid uit
de Lugt weder aan. Met vette Steenen en
Zand, of met dezelven en met Gips, of met
beiden te gelyk , fmelt zy tot een taamelyk
vaste, meer of minder Schuimige, en met even»
veel Yzer - Saffraan gefmolten, wordt zyeene
donkerbruine Klomp J met Zand en Kryt tot
een vast Lighaam , dat aan *t Staalüag Vuur
geeft, en met gelyke deel en Loodkalk tot een
groengeelachtig i met gelyke deelen Bismuch-
Kalk tot een Kaneelbruin , op de oppervlakte
als met Kry (tallen bezet , Glazig Lighaam ,
uit het welke men de Metaalen niet wederom
krygt.
Deeze eigenfchappen , maar inzonderheid « ja•
haare houding in *t Vuur, maaken de Aluin-detteizei.,
Aarde, *t zy alleen gebruikt, of met andere Aaj^e*
minder Vuur beftendige Lighaamen verbonden,
tot Vaten die \ Vuur kunnen uitftaan, zeer
dienftig. Bier uit zou men derzelver overeenkomst
met de Keizel-Aarde nader kunnen be-
fluiten , welke, met Loogzout gefmolten , ia
Water opgelost, door een Zuur nedergepofc,
zuiver uitgewasfehen en gedroogd, een Aarde
Wordt, die men van de Aluin Aarde niet kan
Qüderfcheiden. De verharding der Kley in ’c
Vuur,
IILDesuIL Stuk;