T.
bekérsd i s , masfieve Boompjes van Koper of
.
Boomachtige groeijingen, zo van dac Metaal
als van Züver en van Kobalt, die hier toe be»
trokken kunnen worden.
A fdeei ,XIV.
Hoofd'
stuk
Floren-
tynfe
Boomftee-
tien.
Ik gaa nu over tot dat flag van Dendrieten,
. die uit Spleeten van den Steen voortkomen ,
zodanig , dat men aan beide zyden der Plaat
nagenoeg de zelfde Tekening heeft. Dèeze
zyn meest bepaald aan Levfteenen, en onder
deze!ven zyn de Florentynje Boomjleenen, by
de Icaliaanen Pietra emboscata genaamd, wel
de voornaamften. Dit is een Kalkachtige Steen,
van een zeer fyne , digte en vafte zelHtandig-
heid, als Marmer; gelyk het ook dikwüs ge*
coeaid wordt ; maar het valt in P Ia aten als
L e y , do; rgaans omtrent een half Duim dik ,
o f ook wel dunner, geheel vlak , egaal en effen
, taamelyk digt tegen elkander aangevoegd.
Het laat zig wel polysten: het is voor Water
ondoordringbaar en taamelyk hard, doch geeft
aan ’t Staalflag geen Vonken, en ondergaat in
’ t Vuur weinig verandering. Men vindt het
naby Florence , alwaar deszelfs voornaamfte
Groeven ruim een Uur gaans van de Stad zyn,
en de Florentyrfe Stedefteenen, vervolgens te
befchryven, komen by hetzelve voor. Daar
.Wordt veel werks van gemaakt, tot het inleg*
' d s en
{i) DACosTA Feijils. Vol I. p. 178»
(m) Amboinfe Rariieii^umer t Plaat LVI. by Letter G,
H. Jammer is ’1 , dat in dat Werk zo veele Afbeeldingen
ge