K»
X. ken wy, in de ecrfte plaats, de Walnoot en o f
Afde l . Ockernoeten , gemeenlyk Groote Nooien ge.-
Hoofd' naamd- Onze Ridder maakte gewag, dat hy
s t u k . een volkornene \ ei kalkte Kern 'an zulk eerie
Koot bezat (in),, Verfcheide Autheuren ver-
haa'en , dat in Fianche Comité, nu omtrent; v
veertig Jaar geiteden, by ’t uitgtaaven van een
vervallen Zoutwerk, honderdvyftig Voeten diep
onder den*. Grond., verdoende Walnootép zyn
gevonden, waar van D a v t l a de Afbeelding
geeft : nX Het zonderüngfle in deezen was ,
dat de Dep en ’t mjddelichot , als ook het
Vliesje van de Noot, in natuuj'yke gefteldheid
waren ; de Pit van natuu r ü!s een Keyfteen
geworden. In dit opzigt flaan zy eqnigszins
gelyk, zo de Hiiïoriefchryver van de Franfche
Akadetnie der VVeetenfchappen asnmerkc (o ) ,
met de Echinieten : maar, of het Verfteenend
Vogt door de voedende Vaten in de Pitte n der
Nopten doorgedrongen zy of ingedrongen in
derzelver poreufe zelfflandigbeid , dan alleen-
lyk de plaats behagen hebbe der vergaane
Pit*
(m) Mlhi est Juglandis Nucleus perfectus Calcareus. Syjï,
Afar. Ed, VI p. 2oi. S. VIII. Lips. 1748.
(n) Ce tal raifonn. Tom. III. PI. 7. Hy zegt, evenwel „
dat zy in figuur $n Gverbrgfe rimpels volmaakt overeenkwamen
niet een niet verfteende Myrótalanus citrina\ van
welke hy de Afbeelding daac by voegt , ’t wek dan de Figuur
O moet zyn : zonder dat de Figuuren M , m , iets tot
de Myrobalanen betrekkelyks hebben ; a’zo hy daar vat, de
verdeelde Ananas, voorgemeld, maakt. Niettemin heeft Wal-
E.EErus dezelven aangehaald als Verfteende Myrobalanen ,
Pitten ; dit laat hy ter nader onderzoeking o fAt(J‘EÄLj
beredeneering over» XUL
De andere Vérftéerïngen van W a ln o t e n ,H ^ o -
die men heeft, betreffen zo wel den Dop a s
de Kern; zo W alch aanm .rkt, die een zo-
danig en in een Kleijige Zand Reen , bym van
de Natuurlyke Kleur , vertoont (p'j. In verfcheide
Kabinetten , in Switzerland, zegt hy ,
waren dergelyken , insgelyks uit Piemont af-
komftig, te vinden. De i^delaar- of Klapper*
fteenen worden , zo hy ’er by voegt, daar mede
verward q).
De Pastoor M e in e c k e vondt,in zyne Land-
ftreek te Oberwiederfcadt, een Arendfteen ,
grootelyks naar een Okernoot gelyken Je , doch
zo volkomen niet , als die daar de Heer A ndre
r e , in de Switzerfche Brieven , uit hcc
Kabinet van A mman te Schafhauzen gewag
van maakt, welke hem, Mettegenftaandé zyn
ongeloof aangaande dergefyke Petrefakten ,
tot overtuiging der Vrugc-Verfceeningen hadc
gebragt. Het zyne hadt in de Dop een Kern,
doch
aeggende, dat DAVitA die heeft befchreeven en afgebeeld,
Tab. Vil. Fig. M , m : waat uit zyne weinige nauwkeurigheid
blykbaar is. Zie Syfl- Min. Tom. II. p 406.
Mooglyk heeft Swedenborg, dien hy aanhaalt, ztg dus ook
lasten misleiden.
(O) Hiß. de l’Acad. R. des Se’encet , de i 7+l , P» 47-
(P) Zie Verß. Zmkfn IU» DBEL, Elast i. Fig. I3,a ,b .'
(^) ’t Zelfde, bladz. 9«.
HL Deel. II. Stuk,