I. tusfcken Aard en Zand, geljk het Sdbbia of
^XXIE* ^a^ um van I m p e r a t ü s ; komende ook
Hoofd- menige Kleydeekjes daar order. Dit maakt,
«tuk. dat men ’er met de Vingers een Kuiltje in
fiiaizand. drukken kan , en dat het eenigszins aan de.
zelven kleeft, 'de Klecderen ook befmettende,
waar het op Huift. Twee Soorten maakt zyn
Ed. ’er van, waarvan deeerfte, den raam van
Gietzand of Vormzand voerende, in gebruik
is om Vormen en Modellen te maaken, waar
de gefmolten Metaalen, gelyk men anders wel
in Potaard o f Kley doet, in gegooten worden.
Deeze Zand-Aarde, ten dien einde met
Water o f Azyn gekneed, is daar beter toe ,
als door de Hitte niet barftende noch fcheu-
rende. Of die andere Soort, door zyn Ed.
genaamd Glarea Jïérilts, welke, in Sweeden Mo
genaamd, tot het Dryfzand behooren zou, hier
van weezentlyk verfchille, is duifter. Men
noemt deeze Zanden dus, om dat zy in ’c
Water gefmeeten in ’t eerst niet zinken, maar
eenigen tyd diar op dryven. Misfchien be-
ftaat het onderfcheid alleen in meerder of minder
zuiverheid; terwyl deeze laatfte, ruuw op
°t gevoel, meerder Zandige en ook eenige
Kalkachtige deeltjes bevat. Men maakt daar
in Sweeden veel werks van, om het, met Kley
gemengd, als Kalk tot Metzelwerk te gebruiken.
Door de vogtigheid der Lvgt o f met
een weinig Water , verhardt he't tot een
Klomp.
Mis»
Misfchien is dit het Tripel-Zand, dat men
i„ Noordholland vindt, aldaar natunrlykmet A m r f .
Kley verhardende. Ik heb uit Engeland dat
Zeer witte, daar men Porfelein van bakt, bc* SToK.
hoorende mede tot de Giet of Vorm-Zanden Meelxand*
van W a l l e r 1 u s voorgemeld maar Korreltjes
hebbende, die door t Vergrootglas zigt-
baar zyn. Afchgraauw heb ik het van om-
Itreeks de Stad Leipzig m Saxen. Ook valt
hetzelve Melkwit in het Brandenburgfe, en
witachtig geel ; in Sweeden , op verfcheide
plaatfen, graauw. Dikwils is het gemengd met
Kalk , met Aarde , o f Mergel , en bruifcht
daarom fomtyds met Zuuren op. Geelachtig
komt het overvloedig in de Provincie van üp-
land in Sweeden v o o r , waar van men goede
Sement maakt met Kalk. Ik heb het zodanig
, met Keyfteentjes gemengd , dat op-den
top des Tinbergs van Sumatra is verzameld.
Ook heb ik het groenachüg uit Dalekarlie,als
boven is gemeld, en het roodachtige van Da-
maskus , dat fommigen voor een Adams-Aarde
houden, verfchiltdaar van in fynteweinig:
zo ook het helder geele Zand uit Hesfenland
en dat van Spegelberg by Osnabrugge, waar
van ik te voren fprak. Het witte Stuifzand ,
by Galais, brandt roodachtig en zinkt in *c
Water niet (r),
( 7)
(r) Pbil. Tranft&ÏÏ. abriig. utfupra, p. 45 i<