•jl' Ëtampes in Vrankryk, in een Gebergte, dat,
Afdeel, tot verbreeding van den Weg naar Orleans,
XX. doorgegraven werdc. Het waren grooter of
S^ D' kleiner bollen van Zandfteen, fommigen tot
vier Voeten dik; anderen , Tropswyze famen-
gevoegd , niet grooter dan Hagel o f Kogels;
fommigen hard , anderen broofch. In andere
Steengroeven kwamen ’er hem voor, die naar
Paddeftoelen of naar Menfchen-Hoofden ge-
leeken; in ’t byzonder één , die een geheel
Borstftukaffchetfte. A l d r o v a n d ü s , merkt
hy aan , heeft reeds gefproken van Steenen ,
in Italië gevonden, die naar Herfenpannen gekeken
, Granitis genaamd , o f naar Herfenen,
CereWtes; anderen naar Testïkelen, welke die
Autheur Orchites noemde; hoewel zyn Ed. de
gelykenis zo ver niet trekt (y). Men zou ’ e r ,
zegt h y , dus menigvuldige Vertooningen
van Vrugten, Kaas , Brood, Koeken en andere
zaaken , in kunnen vinden; gelyk A L-
DRovAHDDS van Cucurbltes, Similagites,
Lqganites en meer Steenen gefproken heefr.
Dus zou men een geheelen Tafel kunnen toe*
richten, >aïa met Verfteende Spys en Vrugten (z).
Van dergelyken aart fchynen die Steen-Ge»
ftalten te zyn , welken de Heer S a l e r n e ,
eer
(y) Mem. ie l’ Ac ad. R. des Se, de 175+ » p* 57* Scc,
?1. x _ _ 4.
(z) Vid, J B . Phys. Med. Vol. VII. p. 2SJ.
(a) Zie bladz. 112, hier voor.
eer hy de voorgemelde Dendrieten aantrof ( a ) y tl "
ontdekte. Komende by Cavereau, een klein
Gehugt aan de flinkerzyde van de Loire, ne» Hoopd-
gen Mylen beneden Orleans, kwamen hem, t e r STÜK*
regter en flinkerzyde, een menigte Steenen
voor, van buiten bruinachtig, van binnen wit,
die zig vertoonden als brokken van Menfchelyke
Ligh'aamen. Hier zag hy een Kop, daar een
Romp, wat verder Armen en Beenen. Maar,
'c geen hem meest ontzette , verbeeldde het Lig-
haam van een Vrouwspeffoon, ’t wélke, fchoon
zonder Hoofd , Handen o f Voeten, zo fraayr
was, dat hy het gaarn zoude met zig genomen
hebben. De Armen en Beenen waren alleen-
lyk wat dun naar de gezetheid van bet L y f
en zö digt aan ’ t zelve , dat het Stuk naar een
Momie geleek. Zekere Priefter hadt ’er eens
een Steenen Kindje gevonden, dat hy in Zyn
Kabinet bragt en tot verwondering ftrekte
van iedereen. A l d r o v a n d ü s , merkt hy
aan , hadt reeds van dërgelyke Steenen, onder
den naam van Anthropomorphites, gewag
gemaakt , waar van fommigen een Been, an»
deren een Aangezigt, anderen een geheel
Menfch affehetften (&). Vergelyk hier mede dé
Verfteeningen van Menfchen en Dieren, in Afrika
en elders, voorgemeld (c ).
CS) Tuf-
(b) Mem. de Matb, &• Pbyt. Tom. II. p» a»
(«J Zie ’t voorg. Stuk , bladz. 198, 195.
5 a