I. Zilver of Koperglanzig overtrekzel; ja vèe^
^ • l e n ; inzonderheid de Saxifehe, zyn , zo M ï«
Hoofd- d i u s verzekert, Zilver* en Goud• houdende'.
s t u e . Veelen bevatten eenige Kies; hoedanïgen ook
zeer fchoon ie Colebrokedale en elders in Engeland
voorkomen.
; Paarde- In ’t zelfde Geftecnts vallen ook fomtydè
ImmoL andere Planten , die mede een dui(tere Vrugt-
maaking hebben ( i ) . Zodanigen zyn het zogenaamde
Baar deft aait ( Equifatwn ) o f Heer»
moes, w a t van eenige Soorten ook drooge
Gronden tot ha are Groeiplaats verkiezen. De
meeften, echter, die daar van gevonden zyn;
betrekt men tot de Waterplanten (£ ) , en dus
wil men ook de zogenaamde Katteftaarten op
Eevfteenen aan getroffen hebben ; ja zelfs andere
Kruiden geheel onder Water groeijende,
die men Duizendb’ad noemt (l) . Ik wil wel
bekennen , dat ik in die allen de gelykenis zo
groot niet kan vinden , dat ik ze daar voor
zou durven uitgeeven : te minder, om dat de
Verfieening van zulke Slytnige, weeke Planten
4
(i) piantÉF ad Cryptogamiam LiHSffii pertinent«.'
(k) Schf.uchzer Herb. D'luv. Tab. II. Fig. i : die daar
van maakt, Equfetum paluftre hrevioribus foliis poffper-
m n : ziep'g. i«. a . MYL. S*xon. I. p. 19. Tab. Fig. 3*
S> 7-
(Ij WALCH. Verft. Zaaken. III. Deel Pl. « , 2 , Fig. ï .
Équifeta: Pi 4>. FigM , a. Myriophyllum Linnsi. Pl %.
F'n. 1 , i , 3 & pl. ^ Ceratopbyllutn Linnaei, Ciatji/ic.
Tabelk.
teh) wat vreemds fchynt» Ond'ertusfchen mag I.
men vraagen: wat zou het anders zyn (m)? ^ x iL ^ -
Van Zee - Wier f /ilga marine ,) dat op Kalk= pjqofo-
ó f Marmerfteenen ingedrukt zoude gevonden stu?v ^
zyn, wordt door fomrnigen gefproken (nt). Ik Ze£
weet niet of men daar van zekerheid heeft;
maar op de Leyfteenen der Groeven van An-
gers, in Vrankryk, heeft de Heer G u e t t a r d
izelfs Zee-'Ruy (Fucus) met Blaasjes waargenomen
(o). ü’A u ü e n v h l e vertoont een
dik (luk Leyüeen, uit de Provincie van Forest,
zes Mylen van Lions, uit verfcheide Laagen -9
zegt hyp van Zee - Wier , digt tegen elkander
aangevoegd, beftaande O). De Heer Berk-
hey meent in het Zee-Wier van onze Dy*
ken eenefoort van Verfieening ontdekt te hebben
; zodanig , dat zyn Ed. denken zou , o f
niet dergelyke Stukken van verhard Wier, als
zyn Ed. ’er één in afbeelding gebragt [.heeft,
wel
(m$ De Plant, die zyn Ed. hier rot de Équifeta betrekt,,
'heeft de Heer Gonther , als voorheen gemeld is , voor
bet GaUium luteum, naar ’t welke zy ook meer gelykt, aan-
gezien. Die,daar zyn Èd. het Myribphyllum vin maakt ,
fchynen my daar toe veel te dik van Steng en te grof van
Blad te zyn, en meer te zweemen naar het Katteftaart
(Hipparis LlNN. zie ons II. D. VI ïi Stuk , biadz. 57;.* de
overigen kan men voor het Ceratepèyllum of dergelyke Waterplanten
houden.
(n) Zie WALCH Verft. Zaaken. III. Deel, bladz, 6ï*
(o) Mem. de 1757. p. 129. PL j , 2, 3,
(p) Orqtiohgie. Pl, 2t, Fig. <S,
E
III, De e l . II, Stuk.