I. telen en Takken , zelfs Steenen en gemaakte
*XXV^ WerktuiSen in » die'aanwyzen, dat zodanige
H oofd’ Veenlaagen een voortyds met Boomen begroei-
STUK. <]en en bewoonden Grond overdekt hebben (w).
veen- jvj|et zelden komen ’er veelerley Hoorentjes en
‘ Schulpen , Vischgraaten , Kreeftfchaaien en
anc re overblyfzels van Zee -Schepzelen , ja
van Land - Dieren in voor. Dus heeft men
’er, in Vrankryk en Engeland , Herts-Hoor-
nen en Beenders van Zwynen in aangetroffen
(n). In verfcheide deelen van Siberie, en
andere Noordelyke Landen, zyn daar in Been-
ders, Tanden en geheele Geraamten van groot.e
Visfchen,in *tbyzondervan Walrusfen en Eenhoorns,
als ook van Herten en Rendieren , ja, z<?
men wil, van Olypbanten gevonden (o). Daar
komen ook fomtyds ïvlineraalen » inzonderheid
Yzer-
(m) Zie bladz. 7 , hier voor.
(n ) Uitgezogte Verband, als boven , bladz. aio. Pbil,
Trant. Vol. L P. I. p. iü .
(e) Zie ’ t voorg. STUK.., bladz. ac<S, aia» Men hadt tot
nog toe vastgefteld , dat in Siberie weezemlyke Beendejs
van Olyphanten gevonden waren , en niet kunnen begry.
pen, hoe dezelven aldaar mogten gekomen zyn , wegefts
het zo koude Klimaat aldaar; doch uit de Kaakebeenen en
Tanden, in menigte aan de Ohio , in Noord-Amerika , ge*
vonden ; waar van de eetften tot een verfchemend Dier behoord
hebben, de anderen geheel anders gedraaid zyn, dan
die der Olyphanten ; wórdt, (niettegenftaande de volflrekte
beflujten der Frar.lche Akademisten uit die gelv.e Beenderen
,) door den Heer Doftor Hukt kb nier oijwaarfchynlyk
betoogd , dat die , zo wel Siheri'che als Ameiikaanfche,
Eeendcis en Tanden, van een tegenwoordig onbekend Dier
af.
Yz-r-Ertfen en blaauwe Aarden, van derge-
gt lyke natuur , ja Zwavelkies, Pyneten en xxv>
Rukken Barnfteen in voor. - Hoofd-
Dat het Veen van eene Plantaartige afkomst5TU^
2V en weezentlyk beftaa uit vergaane Krui-yjn ^et
den en Boombladen * vindt hedendaags geenveen.
twyfel meer. De meergemelde Heer le Francq
van Berkhey heeft zulks door Ondervindingen
en Redeneeringen , wat ons Holland aan-
gaat. zeer klaar en omftandig betoogd ( 0 De-
gnerus hadt de Hey, benevens allerley Soorten
van Mos en Watergras, voor de hoofdzaa-
kelyke Stoffen gehouden , uit welken het Veen
geboren wordt, en dan zouden de Boomen,
die men ’er in vindt, maar toevallig zyn, hebbenafkomftig
zyn. M Trant. Vol. t ï l l l P. *4.) Zie ook
het Latynfche Vertoog van den Heer IUS2E, Hofraad van
den Landgraaf van Hesfenkasfel, ten dien opzigte, d.e aan-
merkt dat 'er zulk een verandering van Klimaaten niet on-
derfteld kan worden, als tot het verblyf van Olyphanten aan
de Ohio of in Siberie vereifcht werdt. (.Pbil. Trans. Vol.
DIX p. ia 5.)De verandering der Klimaaten, op den Aardkloot,
is inderdaad wel groot , gelyk daar uit blykt, dat
feet oudtyds in Italië en verder aan de MLddellandfche Zee,
vry fterk gevröoren heeft: maat zulks zou ik veeleer aan de
verandering van ’ s Aardkloot* Oppervlakte door den Zondvloed,
dan aan eene vetwrikking van den As toefchryven.
Naderhand kan het Klimaat van Italië veranderd zyn, door
de opdrooging van zo veele Meiren in ’ t Noordooften , van
waac de Koude komt.
(p) Hall. Maatfth VIII.DEEL, JU STOK, bladz. 47- JO.
Item Nat. Hifi. van Heiland. II. D. 11. Sïü» , bladz. , enz.
XiI.DïEL.EB&TüX»