1. lezie, en inzonderheid in Sevenbergen, in de
^ Y x n ’ ^ v' er Aranyoz , alyvaar wel negenhonderd
H oofd-* Huisgezinnen van Zigeuners uic de inzameling
stok. van *t Goud beftaan. Voorts valt hetzelve in
Ge#to</.an(jere Rivieren van Hongarie, Afle, Arabie,
Afrika en Amerika, te veel om allen op te noemen.
’t Schynt dat in de middelde deelen van
Afrika ook verfcheide Landftreeken z y n , alwaar
het Goud, op de Vlakten o f Gebergten,
in ’t Zand gevonden worde.
Uit het meefte Goudvoerend Zand bekomt
men het Goud , dat zig in zyne Kleur, als
kleine Stofjes, vertoont, door wasfcbing of af-
ijpoeling , gelyk op de Rhône, beneden Lions,
zeer behendig gefchiedt, en daar mede kan een
Man twintig o f vyfentwintig Franfche Stuivers
winnen op een Dag. Hy heeft maar een Plankje
met diepe Vooren , en feheptdaar méde het
Zand op, ’t welk afgefpoeld het Goud in die
Vooren leggen laat. Beneden Valence gefohiedc
zulks met Houten Bakken, ieder aan een Sta-
ketzel van drie Stokken opgeharsgen, waar in
men 't Zand uitwascht ( k )* Met welk een
Werktuig eenige Goudzoekers van den Boven
-R h y n , in de nabuurfchap van Wezel,
en
rum felutum^ 'dat is los, vry o f ontbonden Goud. Moet
alle Aurum nativum (gedeegen Goud), diennaam r.iet voeren
? En meer zelfs dan dit, alzo dat dikwils by groote
Klonten valt, ten minden zigtbaarer is, dm in het Zand.
(k) Aangaande de Goudvoecende Rivieren en Beeken in
Vrankryk en de verichilknde manieren om het Goud in
en dus by de Grenzen van onze F ro v in c iÖ D ^ J;^ ,
Goud uit het Zand van die Rivier gepuurd XXÜ.
hebben, dat hun een taamelyk voordeel aan^ ° ° FD'
bragt, is door den geleerden Heer M a r t i '
n e t , Predikant te Zutphen, befchreeven en
in Plaat gebragt (1). . , M
Het Zand, zo als hetzelve uit de Rivier gefchept
wordt, waar van zyn Ed. my oo ee
mede gedeeld, is een geelachtig Kwarts-Zand,
metfyne taamelyk ronde Korreltjes, en veele
zwarte Stofjes daar onder gemengd, die,wanneer
het door wasfehen gezuiverd is , gelyk ik
het ook van zyn Ed. heb , overblyven , doch
niettemin nog gemengd zyn met witte en geelachtige
Korreltjes. Het heeft veele ghnfte-
rende deeltjes , en gelykt dus zeer naar het
Metaal- of Mineraal Zand , van de Kaap ot
van Ceylon. Ten opzigt van deeze deeltjes
merkt zyn Ed. aan, dat dezelven ten deele o f
geheel uit Yzer beftaan, als hebbende zulks
met den Zeilfteen bevonden. Onder dit Zand,
zegt hy, ontdekt men, met het Mikrcskoop,
de brokjes Goud , die niet glinfteren , noch
doorfchynend zyn , gemakkelyk kenbaar aan
de gedaante, en aan de kleine zagtblinkende
e flipdeizelver
Zand op te zoeken , kan *en het omflandige Beticht
nazien van den vermaarden Reaumub , Mem. del AcM*
R. des Sc. de 1718 , p- 8+. Oer.
(/) Verband der Holl. Maatfihapfyt te Haanem, XYiI.
Deel, II. Stok , bladz. m , enz,