38$ D e O k e r s o p
I. o f op Koper-Vaal-Erts , in Kopeiblaauw of
A b» eel. Zandfteen, otoftreeks Sahlfeld iD Thuringen ,
H oofd en Sraauwe verharde K le y , by Freyberg in
s t u s . Saxen.
Rood- In Kleur is déeze Oker ongemeen vërfchil-
ac IIse» lende. Gemeenlyk vale zy roodachtig, en wel
zeer aangenaam Perfikbloemen of Appelbloe1-
ze l-rood , op verweerde Kobalt -Ertfen; dat
men dan eigentlyk Kobaltbejlag, heet, of op
Slakken - Kobalt*. .Ook komt,, zy dus voor, in
geelachtige enbÊöine,.of ook in bruine, graan-
we, geelachtige en zwarte Kobalt-Oker, op
Bergblaauw , Koperzwart en Zandfteen , in
Saxen, Thuringen en Frankenland. By Koolberg
in Noorweegen valt zy dus in ondoor*
zigtige witte ; aan den Schimmelberg in Korrelige
, en elders in Saxen in onzuivere geelachtige
Kwarts : op Kwarts - Kryttallen , in
geelachtige zwaare Spaatb; in graauwe verharde
Kley en in zwarte Leyfteen by Sah!»
berg. By Stirling in Schotland breekt ’er
Koperkies in. Men vindtze ook veel te Ka-
mesdorf in Saxen en bleekrood by veele Bis-
mpthblóemen, die men *cr dikwils mede ver*
ward beeft, dat ook L in k t k u s zelf bevoo-
rens deedt. Verfcheide Stukken heb ik met
dit beflag van Sahlfeld in Thuringen, waar
uit blykt dat hetzelve als de grondflag of het
beginzel is van de Kobaltbloefem, eigentlyk
zo genaamd.
witte. De witte, gemeenlyk Witte Kobalt geheten,
is
is in tegendeel zeer zeldzaam. Men vindtze I.
in Wolfgang en Eberhard, by Alpirspach ip
’t Wurtembergfe, en op witte heldere Kwarts-Hoo D*
Kryftallen by Schneeberg fn Saxen. Deeze issruK.,
zeer ligt , murw en als uit kleine klompjes
ïamcbgèfteld , gelykende naar een witte Mergel,
doch fprelende ook wat in ’t groene. De
Wurtembergfe breekt in eene met Kopergroen
doormengde Gangfloffe , en geeft een goede
Smalt.
Een Gedachtige Oker van Kobalt komt Geeie,
voornaamelyk by Sahlfeld , in de Gezellcn-
zech, in Jeremias-Groeve Korrelig, en in verharde
K lé y , of met groene Kobalt-Oker, in
witte zwaare Spaath, in Laurensgluck, en met
roede Kobalt-Oker in de Zilvere Kamer voor.
Een geeie, die men Geeie Kobalt noemt, valt
in Wolfgang en Eberhard by Alpirspach in ’ t
Wurtembergfe. Z y is breukig , grofkorrelig
en lig t, heeft veeltyds een rood beflag en geeft
goede Smalt. Daar is dikwils Koper - Pek-
E rts , en fomtyds ook gedeégen Koper, inge-
fprengd.
Gedachtig groene Kobalt - Oker, die men omen.
ook wel verward heeft met de Nickel-Okef,aduifie*
komt in het Wurtembergfe voor: Groenachti•
ge, met zwarte vermengd, by Aiwa niet ver
van Stirbng in Schotland en met wit Gulden
by Mehlbach in ’t Nasfaufche : Groene by
Freyberg in Saxen , doch voornaamelyk by
Sahlfeld in Thuringen.
B b 3 Brui-
III. D e e l ; II. .Stuk.