ï.
A fd ee l .
Xill.
Hoofd*
ST UX*
„ hy» naar alle aanzten , het Origineel van
j, eene ons nog onbekende Vrugt, die, den-
„ kelyk, met de Noote Móskaaten, of met
„ de Karftengen, ineenige verwandfchap ftaat.”
Hy gelooft , voor ’t overige , dat dit Petfe-
fakt een bloote Steenkern z y , en dat die Rimpels
en Voortjes, daar in , door uitdrooging
ontftaan zyn ; gelyk men zulks in de Karftengen,
onder haare Schaal,waarneemt (y).
Dit Voorwerp geeft nog aanleiding tot eeni-
ge bedenkingen. B e strand zegt dat de
Verfteende Moskaat - Noot van Scheuchzer
eene Porpiet zy ( z ) , en van dezelven in t
algemeen : het zyn of Kernen van Zee - Appelen
» of Joodenfteenen , of Kernen van gelyk-
zydige Doubletten , of afgeronde Keyfteen-
tjes (a). Elders fchynt hy ze altcmaal tot
Zee-Appel Kernen te willen maaken (b). Het
is te denken, dat alle dieSteenige Lighaamen,
welken men voor yerjleende Mo skaat moten aangezien
en uitgegeven heeft, niet van een zelfden
oirfprorg zyn , en dus kunnen zy ook
niet tot een algemeenen regel gebragt worden.
Of het mooglyk z y , dat eene Moskaat* Noot,
(derzelver ongemeene vettigheid aangemerkt,)
veriy)
Verft. Zaaken. III. D. bl* 9*.
(z) Dia. des Fosf. II» p. 72.
(«) lbid. p. 66.
(b) lbid» p. lo j.
(e) Zie van dit alles otnftandig, de Beytrage fur N&tur*
pfebishict Altenb. 1774. p. 163, enz.
verftsene , wordt nog getwyfeld. Ten ande- I.
ren is ’t niet te denken, dat zy zo rykelyk in
den Grond verfpreid zullen geraakt zyn , in Hoofd^
dit Wereldsdeel, als men wel dergelyke Lig- stu k ,
haainen heeft gevonden. Sommigen „evenwel ,
willen thans nog met kragt beweeren , dat ’er
weezentiyke Verfteende Moskaat-Nooten zyn.
En het grappigfte is , dat eenigen der genen,
die daar over twisten , zelfs de Natuurlyke
Moskaat - Nooten niet gekend hebben. Daar
de geleerde W a l c h zig te regt verbeeldde,
dat de genen , welken men gemeenlyk koopt,
ïn een Houtige Schaal, onder de Foelie, be-
flooten hebben gezeten ; hebben anderen zig
wys laaten maaken; dat de Foelie onmiddelyk
op de Kern zou leggen (c). Konden niet de
Daitfcbers zig uit de gekonfyte Nooten ge*
noegzaam van het tegendeel overtuigen ? Ik
heb ’er overvloedig in de Natuurlyke bol-
fter , in Flesfchen met Liqueur , daar toe
dienftig en te bekomen.
Van andere Uitheemfche Vrugten, gelyk de
Ahomi, daar M y l i d s , en, volgens hem,
S c h e u c h z e r , van fpreekt; van het Am «
cardium, de Kardamom, Baobab (d) en Nuces
Vb-
(d) De Fabel van die Verfteende Vrugt, welke tot den
Meloenboom (_Adanfonid) , die ik in ’t ii. Deels Ut. stuk
van deeze Natuurlyke Hiftorie met eene Afbeelding op Plaat
X III, heb belchreeven, zou behooren ; is afkotnftig uit de
belchryving van’t Naturaliën - Kabinet van CALCEOLARtUS,
F 2,