I.
A fdeel
fXXIlL
H o o f d -
S T U K .
500 D E & "
brak zyade , verdacht zy eenigen tyd bloot
■ gefield worden aan de aandoeningen derLugt,
inzonderheid aan Vorst, die mooglyk haaretaai.
je deelen eenigermaate breekt. Na denzelven
uitgeftaan te hebben, ten min fte, bevindt men-
zé handelbaarer en meer vrugtbaar. De Ktey,
die te veel Yzer in zig bevat, en daar door
byna geheel tot Qehr , of Oker is geworden,
heeft niet alleen weinig vrugtbaarheid, maar
bederft zelfs de Aard- en Zandgronden , en
inzonderheid de K le y , waar onder zy zig
mengt. Dit is blykbaarer in de Provinciën
yan Utrecht, Gelderland en Overysfel, dan in
ons Holland, alwaar men in ’ t Gooy.,omftreeb
Naarden, ook zodanige Gronden heeft(p). De
harde Klonten maaken den Grond zwaar te
bewerken , en beletten den Groey der tedere
■Worteltjes, zo van het Gras als van tKoorn,
maar het Geboomte, dat met Pen wortels door.
fchiet, gelyk de Eiken, wil ’er nog wel 11
voort; maakende geheele Bosfchen in zulke
Gronden. De Kley, te hard zynde ofte wreed,
kan door Zand en Aarde verbeterd worden!
selyk haar bymenging insgelyks tot vrugtbaar*
maaking ftrekt van dorre of fchraale Zand- 1
Krytgronden. Van de verdere gebruiken zal ik
by de byzondere Soorten gewag maaken.
(?) zie Verband, der Holl. Maatfdappye. VIII.
II, STUK , bladz. 41.
De K ley , in 't algemeen, heeft eenige vet- ArDL„ t ,
tiaheid en taaiheid; zo dat zy niet, gelyk Aar x x i i l.
de en Zand ,■ van zelf vergruist , maar in ’t Hoofd-
Water week wordt en zig dan laat kneeden
mr fliierlev gedaante. Met Mineraale tOt diAWii'-j Zuuren fchaKppieevn*
maakt zuivere Kley geene opbruifchiog, maardetK1
verliest ’er baare taaiheid door. In ’ t Vuur
verharde z y , doch wordt tevens bryzelig, indien
zy geen aanmerkelyke veelheid van Zand-
of Kalkdeelen by zig -heeft, welke hair dan
Steenhard maaken. Met Vloeifpaath , Zeolith ,
Lood, Borax en Loogzouten, fmelt zy in ’c
Vuur tot een foort van Glas. De Kleyach-
tige Smaak ontftaat uic de bygemengde Aard-
ien Yzerftoffen , of ook van hec Kalkachtige,
;dat dikwils in de Kley plaats heeft. Zelden
lis zy yry van vermenging met Zand, dat men
i ’er, doorze in Water te ontbinden, kan af-
! Icheiden. Men kan deszelfs tegenwoordigheid
laan het knarfen tusfehen de Tanden, of ook
É op ’c gevoel , wanneer - roenze tusfehen de
1 Vingers w ry ft, ontdekken. Dat ’er Kalk-Aar-
Ide onder de Kley gemengd is , blykt, wanneer
iz y opbruifcht met Zuuren (q). Kies, Seleniec
len Glitnmerdeelen, vertoonen zig daar in fotn-
Ityds op ie gezigt, en het Yzer uit de Kleur,
1 welke zy door ’c branden bekomt. Zwavel of
Roti
(q) Alsdan k an h e t g e b e u r e n , d at z y e en fo o i t v a n K r y t
I tn n r .fl., f l n o r c l f i L U S t t