<512 D e K r y t e n .ot
I* „ en van alle andere Alkalifche Steen- en Aard-
AXXIV*” foorten, is van den Heer B u f f o N , dar.
Hoofd-* n nap.melyk dezelven uit vergruisde en ver-
s t u k . „ nielde Conchyliën zyn gefprooten (e). Ik
„ noem, opzettelyk, dit Gevoelen het waar»
„ fchynlykfte : watt aan deszelfs zekerheid
„ ontbreekt nog veel: terwyl ook het geheele
„ Stelzel van den Heer B offon zeer Poëe»
„ tifch i s , zig alleenlyk grondvestende op On-
„ derftellingen , die door eene fterke Verbeel-
„ ding voortgebragt zyn. My komt hefwaar-
„ fchynlykst voor, dat het Kryt eeDe Oirfpron-
,, kelyke Acirder zy , welke door de Schaalen
„ der Zee - Schepzelen alleenlyk toegenomen,
i9 maar niet ontftaan zy ; terwyl de zig daar in
„ bevindende Hoornfteenen uit. hunne eigene
, , Sappen, welken de Natuur daar onder hadt
„ gemengd, en die zigbyeen vergaard hebben,
„ zyn gefprooten. Ik wil , ondertusfchen, die
„ Gevoelen niemand opdringen , en zal zeer
„ wel te vrede zyn, als men het gebeft te we-
„ derleggen. Ook fpretk ik hier niet van die
„ Hoornfteenen en Kei zeis , welke Laagswyze
3, geplaatst zyn tusfehen de Kalkbeddingen:
„ want de-eze hebben buiten k y f een anderen
„ oirfprong ( f ) ”
Betoo- De geleerde HeerW a l e e r i u s verklaart
pin® dat 00]j voor Gevoelen, dat He m c k e l
het een ~
Dieriyke edSt
Aarde zy.
(e) Hifl. Nat. Tom. I. p. 128.
{ / ) VoO, Min. Syflem. Leipz. 176*. p-4J. §. 4»
K a l k - A a r d e n . 6 13
eerst ter baan gebragt heeft. Zonderling,nog- I.
thans, is het, dat een Oirfpronkelyke Aarde y *
dagelyks wederom zoude geboren worden. E n , ^ oofd-
dac men de Kalk-Aarde juist allermeest op stok.
die plaatfen vindt, alwaar voor derzelver Oirfprong
uit de Schaalen van Zee- Schepzelen
de grootfte gelegenheid was , naamelyk aan
den Zeekant der Wereldsdeelen: dat men, op
fornmige plaatfen, den overgang van Conchyliën
in eene Kalk-Aarde zeer duidelyk be*
ipeurt , gelyk ik aangetekend h e b .( g ) : de
proeven , eindelyk , die de Alkalifche natuur
der Kalk - Aarden , hier in met die van verkalkte
Dieren overeenkomftig, aantoonen: dit
alles loppt te famen, om de Kryten of Kalk-
Aarden , met onzen Ridder, te houden voor
eene Dierlyke Aarde, als boven is gezegd.
Ten opzigt van de zelfftandigheid, of h e t^ jP “ -
uitwendig voorkomen , zegt zyn Ed. ; „ de
„ Deeltjes zyn droog, Meelig, wryfoaar en
„ befmettende.” Als ook, „ Kalk- Aarde (z e -
„ kerlyk gebrand zynde,) is in Zuur met op-
„ bruifching ontbindbaar en kleurt hec Water.”
Dit past zeer wel op de gewoone Kalk, die
oudtyds , -gelyk nog op veele plaatfen in de
binnen -deelen van Europa , van Marmer ën
Kalkfteenen, doch in onze Provinciën meestendeels
van Strandfchulpen gebrand wordt.
Men heeft weleer uit de vastheid der
gs-
(g) Zie 't voorg. STUK,.b!adz. 47«.
Q q s