344 D E T ü F S T E E N E N
A fdeel meE’8 te van zodanige Bolletjes, over derzelver
XX. ' verfchillendè grootte en zelfftandigheid, niet
Hoofd- meer behoeven te verwonderen, noch vreemd
stuk» vinden, dat zy maar op eenige plaatfen voorkomen.
Ik heb een Tufachtige Overkorfting,
waar in zig de blyken van zulk eene opborre-
ling duidelyk voordoen.
xv. (iy ) Tuffteen die Kalkachtig is , uit brokjes
réaTctüs. van Schulpen famengehoopt.
Schulp-
Doorgaans komt deeze voor, daar men Kalk
vindt , voorcaamelyk in Vrankryk , Spanje,
Engeland, zegt L i n k j . c s . Te Kadix worden
’er Huizen van gebouwd. Z y komt het
Schulp»Marmer zeer naby, maar heeft geen
Steenige hardheid. In ’t Kabinet van den Graaf
van T e s s t n bevondt zig zulk een Steen,
waar in men de Hoorntjes naauwlyks met het
bloote Oog ontdekken kon. Bevoorens heb
ik, onder de Verfteeniqgen, van dergelyken
géfproken ('t ).
xvi. C ) Tuffteen die Kalkachtig i s , en byna
Ojittcolia. Rolrond, door boord.
JSeeniym.
Zeer
( ij) Tof hut Calcatius glomerams e Testamm Fragmen-
tis. Syfi. Nat. XII. Tom. 111. Gen. 49. Sp. 19.
(tj Zie ’t voorg. Stu k , bladz. 475.
(16) Tophus Calcarius fubcylindricus , perforams, Syjt.
Nat. XII. Tom. 111. Gen. 49. Sp. ie. Mus. Tesf. ?z. N. 2.
Tophus Margaceus Cylindricus peiforatus. Vea. Mi*, zs 8.
To-
T O P H I C E N A AMD » 345
Zeer bekend is dit voortbrengzel der Na- I.
tuur, dat men, uit een verkeerd denkbeeld,
van ouds Ojleocolla, ’t welk Beenlyn betekent, jjqofd»
genoemd heeft , als dienftig tot het fpcedigersTus.
doen famengroeijen van gebrokene Beenderen, oPttetUa,
en naderhand, toen men de ydelheid van dit
denkbeeld begreep , geheel tegenftrydig , als
naar gebroken Beenderen gelykende, Osfifra-
gus. Ook noemen de Duitfchers hetzelve
Beinbruch, dat is Beenbreuk, Beinwelle, Wal-
Jle in , Bruchftein en Steinbein of Steenbeen ,
met hec Latynfch woord OJleolithus overeen-
komftig. Sommigen hebben he t, als naar een
Boomftam gelykende, in ’t Griekfch Stelechi*
tes geheten, ’t welk misfchien daar van daan
kwam , dat men daar in eene Groeijing, als
van Boomachtig Koraal, meende plaats te hebben.
Veeleer zou men het Rhizolithus noemen
mogen , dat is Wortelfteen j hoewel dit
ook niet in de volftrekfte zin moet opgenomen
worden. Het zyn, naamelyk, geen Verbeende
WorteleD, maar alleenlyk ovemekzeis
van Wortelen; des W a ^ l e iu c s in dit opzigt,
Tophus'Argüls Ramofus et Fistulofus. GBON. Sup. 16. N.
g. Steiechites Radix petrificata, Cottice Atenaceo Lapides«
cente. WOLT. Min. 43- Baum. Min. I, p. 194. Pettificatum
Veg. Rad. Atborum. Wall. Min. 335. Stalaft. Calcareo-
Aren, circa Radscem Vegetabilem concretus. Ofteocolla.
Wall Syjl. Mint ll. p. 3 Ss. Larva Argülacea, Argilia in-
natï, Ofteocolla. Cronst. Min. $. *8i. Oüeocalle, PUt
Trans. 1745. &c.
y 5