ï.
A fd f e l .
XIII.
liooi 0-
STUK..
u V e r s t e e n I n g b n
yomiccB o f Braaknooten , door fommigen ak
verlleendoppegeven, is nog minder zekerheid:
hoewel het niet onmooglyk was , dat dezelven,
in Europa overgebragt.by toeval voorkwamen,
onder de Verfteeningen van laater tyd.
Verfteende
Zee - Noot
van Ter*
nate.
iP l . XVI.
Fig. 6.
Een allerfraaist Voorwerp, dat mooglyk weinig
zyn weergaa vindt onder de Vrugt-Verfteeningen,
is in Fig. 6 , op Plaat XVI , af-
gebeeld. Ik heb hetzelve , nu drie of vief
Jaaren geleeden , onder andere aartige Natu*
raliën , door de gunfte van den Wel Edelen
geftrengen Heer R a d e r m a c h e r , Extraordinair
Raad van Nederlandfche Indie, van Batavia
ontvangen, onder'den naam van Boa Laui»
dat is Zee - N o o t, van Ternate. Daar nevens
ging eene onverfteende Boa Laut, veel gely-
kende wat de befchryving aangaat , naar de
Coquinho o f kleine Maldivifche N o o t, van
R umph iu s (e), en, wat de Afbeelding betreft
, naar de gene die by hem genoemd wordt
Cocos de Me linde ( ƒ ). D ie , immers , hadt een
graauwe buiten-Bast of Bolfter, waar onder
een Houtige Schaal, met een Gat op zyde, en
van binnen een hoekige Pit. De myne, van
grootte als een groote Pruim o f kleine Appel,
fchynt
daar men kwanSwys zulk eerie Baobab- Vrugt, verfteend ,
ïn Plaat vertoont, pag. 4*4 * doch men zal hedendaags niet
ligt dien Steen, welke , gelyk veele anderen, een toevallige
gedaante kan gehad hebben , daat vaor houden.- zo min als
de door Cmoccus voor een verfteende Slang opgegevens
Anunons*Hooiens Doublet, pag* 4-4*
fchynt van binnen hol te zyn, en van buiten I.
vyfbillig , gelyk deeze Z e e -N o o t , mooglyk A y j i jL#
de Pit o f Kern daar van , die, weezentlyk en Hoofd*
geheel, Spaathachtig is verüeend. Haare vyfsTUK,
Billen doenze in de eerfte opflag naarde Vrugt
van den Blimbiog-Boom,welke Rumphiüs
Gefternde Pruim noemt, en waar van ik een
zeer goede in Liqueur heb, gelyken (g ) : doch
de Billen , die aan den top famenloopen, als
by a , wyken op zyde van één , of zyn door
een diepe Sleuf verdeeld ; zo dat van onderen
de Noot zig vertoont gelyk by b , hebbende aldaar
in ’t midden een diepe uitholling. Tus-
fchen ieder paar Billen zyn nog bovendien twee
kleine Ribbetjes. De Kleur is eenigermaate
geelachtig bleek wit.
Van de Nooten komen wy tot de Amande- Amandel.
|eh. Die , waar van ik hier in Fig. 7 , uit F,g' 7‘
myne Verzameling, de Afbeelding geef, heeft
zo volmaakt de figuur, grootte en kleur, van
een Amandel - P it , dat niemand daar aan zal
twyfeleD. Dezelve is volkomen verkalkt, en
behoort dus ook tot deze Verfteeningen, Amyg-
dalieten genaamd. Wat de Amandelfieenen aan-
gaat, waar van men in Saxen, by Zwickau en
Wickau, zo veelen gevonden heeft 5 deeze
kunf#)
Mcrbar. Ambtincnfe Cap. 9 , aan ’t begin.
( f ) ’t Zelfde Tab. LXXXlt. Fig. 4,.
(g) Rumph. Amb. i. p. a s . t . 3ï . Averrhoa Carajpbo-
ta. Zie Nat. Hijhrie, I. D. II. Stuk.