I.
.Afd e e l .
XXV.
H oofdstu
k .
Veen*
Aarde,
ken. Alleenlyk merk ik aan, dat ’er, wan«
neer het Veen zodauig legt, dat het eene Bedding
maakt onder de bovenfte Aardkorst, ge-
lyk gewoonlyk; geheel geen Konft in (leekt,
om hetzelve in de gedaante van onze Turven
uit te fpitten , en dan deeze Stoffe, die reeds
in de Grond famengebakken is , door lugtige
opllapeling tot het gebruik droog te maaken.
Dus gefchiedt de Turfbouw in.Sweeden ea
de meefte andere Landen, gelyk in Vrankryk,
Engeland, Duitfchland ; ja in fommige deden
van onze Provinciën : zelfs ook wel in Hol«
land. Gemeenlyk wordt zulks gedaan op de
Heijen, in Vriesland, Groninger * Land en O-
verysfel, waar door men dan die zogenaamde
Brouwers-Turven bekomt, welke roodachtig,
los en ligt en weinig Vuurhoudende zyn. Zulk
eenen Turfbouw acht men reeds meer dan vyf-
honderd Jaaren in deeze* Nederlanden plaats
gehad te hebben ( c) . Of mooglyk is het altereerde
gebruik geweest, de bovenlle Hey.
Zooden a f te deeken , in de gedaante van
Plaggen, die men breede Turven noemt, ’t welk
in fommige deelen van onze Provinciën ook
nog hedendaags gefchiedt. Een andere manier
be»
Tik ion , Amfterd. 174*. IV. De e l , bladz. a i , enz. De
befchryving der Veenbeddingen , Dary- en Moergronden,
door den Heer Dß. Berkhey. Nat. Hiß. van Holland, l j t
V. Hls Hoofdft bladz.' 71» enz,
Cej Dignervs de Tarfis. p. 16s*
bedaat in het gebruik van de Dary of Derry , 1,
een Veenachtige Stoffe, welke aan Klompen op Aram..
onze Stranden door de Zee wordt opgefmee-j.Ioofo*
ten en van ouds by die van Zeeland inzonder- stu k .
heid, niet alleen om de Hitte, maar ook en
wel inzonderheid wegens het Zout, dat zy uit
de Asfche haalden, gedolven, gedroogd en gebrand
werdt. Men vondtze aldaar menigvuldig,
onder de K le y , in de buitendykfe Schorren
; doch dit Derry - delven is , om de Stranden
niet te benadeelen, voor driehonderd Jaaren
geheel afgefcbaft ( d ) . Even zo werdc het
wcgfpitten der Landen , na dat men echter
reeds fehroomclyke Plasfen gemaakt hadc, in
onze Provincie al voor twee Eeuwen verboo*
den; ten zy men of de gemaakte Graften weder
vulde , en dus het Land behield, c f , door
een Kadyk daar om heen te leggen, en het Water
uit te maaien, drooge Meiren maakte, van
uirgeveend Land. In ’t algemeen moet men
voor Geld verlof tot het uitveenen bekomen van
de Ambachten of Heerlykheden,en dit verhoogt
geer den Prys van de Hollandfche T u rf (e).
De diepte , van tien , twaalf en meer Voe- Het veenten,
ba«s«ea’
(d) Zie Teienvi. Staat van Zeeland. I. D. bladz. )73 , enz.
ie) Aangaande de gtoote veelheid van Turf , welke uit
een Morgen Veenland komt en de gtoote waarde der Lan-
deryën deswegen : zie de Nederl. Jaarboeken van 17*8 o f
ll. Deel, bladz. en, wegens het laatstgemeld« , het
IX. Deel van 17 f j , bladz. 381, enz.
V v 3
XI1. D e e l . IX. S t u k .