17 grof en Zandig, ja dikwils maar geel gekleurd
Afdeel. Zand ; hoewel men *er ook enkelde brokjes
Hoofj> f yne f>ee*e Oker aan treft ( r ) . In Engeland,
stuk* komen , behalve de grove Zandige , de fyne
Gtei-Ofar, Okers overvloediger voor., zo van eene eokel
geele, als van Saffraankleur. Deeze laatfte
valt Plaatachtig , is ruaw en Potijerig van
oppervlakte ; zy geeft aan de Handen af en
kleeft aan de Tong , doch fmelt in de Mond
weg, bruifchende geweldig op in Water. Men
vindtze fomtyds op zig zelf een Bedding maa-
kende, fomtyds in loodregte fpleeten der
Rotfen, fomtyds by losfe Bolletjes in andere
Beddingen. Zelfs om ft reeks Londen komt z y ,
Goudkleurig, in aanmerkelyke Klompen voor(ï);
B y Petzenftein , een Dorp niet ver van Neu-
remburg, wordt met dc roode tevens een zeer
fchoone Citroengeele Oker * Aarde gegraven ,
en by veele honderde Ponden Jaarlyks van
-daar door geheel Duitfchland vervoerd (v).
Behalve de Kley, die zeer dikwils van de
Oker doordrongen wordt, vindt menze ook,
gelyk by Moersfeld in K eu r-P a ltz , dus in
Kalkfpaath; by Orpez, niet ver van Presnits,
in Boheme , in groote en kleinè ftukken Hout;
by Hodrits, niet ver van Schemnits, inHon-
garie, in Goudhoudende Kwarts. Ik heb
Stukken van ’c een en andere. In de Tweebrug*
(s) Het zelfde, blaiz. 394.
(t) Da Cos TA Fttfils, p, S9t
bïugle Groeven, als ook by M o f c h e lla n d s b e r g EL;
en daar omftreeks , breekt zy dikwils met Ci- XXI.
naber of gedeegen Kwikzilver. Te Stahlberg , Hoofd-
by Lemberg, als ook by Weibach m het S p a n - ^ ^
heimfe', vindt men dikwils Cinaberin Oker-
klompëti zitten. T e Carlsgluck breekt gedeegen
Kwikzilver ; by Wolfftein en Munfter-
Appel Ginaber; by Jan Georgeftadt in Saxen
vermomd Zilver; by Freiberg in Saxen Lood-
Spaath; by Dognaska in Ternes war Bannaat
gedeegen K o p e r , als ook Schirl-Kryftallen ,
daar in. By Spitzenberg in d eP a ltz , als ook
by Kirchheitn in ’t Nasfau- Weilburgfe , is zy
in de Cinaber - Ertfen ingefprengd.
In Kleur fpeelt de Oker, tusfchen G e e l,
Rood en Bruin , met oneindige; veranderingen.
Men vindtze bleeker , donkerer, doffer, hel*
derer, en fomtyds, gelyk in Saxen en Switzerland
, naar ’ t groene trekkende; dat ver-
moedelyk van eenig Koperig bymengzel ontgaat.
De gewoonfte is de gene , die men
Okergeel noemt, van welke, door branden in
*t Vuur, een roode Oker , tot fcbildereo, vervaardigd
wordt. De Smaak is anderszins ook
fatnentrekkende en eenigermaate Zuurachtig,
kunnende deeze Oker, in plaats van door KonsC
gemaakte Yzer-Kalk of Yzer- Saffraan, zelfs
in de Geneeskunde worden gebruikt. 'Ook
£v) bruckm Ep- jCant. III. p»
III. Dekj*. II. Stuk.