I. dienen zouden kunnen, zyn door zekeren Dok«
A fdeel, to r Mo n t i N , Land - Medicus in Hallaud ,
hS d* omftandig voorgedragen (h). ,
S ok, Dewyl de ilrekking onzer Kust, van den
planten jj0ek van Holland af tot aan de Helder,
Taufe” Noordooftelyk is, zo hebben onze Zand-Dui.
te. nen geen zo geweldige Verftuiving naar bin-
nenslands, als zy anders wel door Stormen
uit den Zuidwesten zouden lyden (i). Niet-
temin is de Verftuiving derzelven zo aanmer.
kelyk , dat men in ’t voorfte der Zestiende
E5UW reeds zorg gedragen vindt, om dezelve,
door het befteeken der Duinen met Helm en
andere ruigte,waar onder Kruipwilgen,Brem,
Braamen en Doornen begreepen waren, daar
voor te befchutten. Qok werde het beweiden
der Duinen tot vernieling, of het weghaaien
van die Ruigte, op zwaare Boeten verbooden.
Sedert is die beplanting van onze Duinen, met
Helm , wel in trein gebleeven en wordt nog
op hooge order onderhouden! maar, het zy
men de Plantzoenen niet wel uitkieze, of niet
wel behandele , of dezelven niet genoegzaam
door Stroo of andere ruigte voor ’t uitdroo*
gen en voor den Wind befchutte, of geen be-
kwaaraen tyd des Jaars daar toe in acht nee*;
me* men ziet de meeften verdorren, en dus
ib ) De zelfde XXX- Band. p. 576.
(i) De Zuidweste Wind maakt geen rtgtflreekfen aanvd
op onze Kust, gelyk ik elders gemeld vindt, maar waait
langs dezelve heen , een weinig aflchampende. De Noord*
weste»
in >i
wordt het beoogde nut daar door niet ver- 1.
kreegen (k). Ax x i l '
Dit zal zekerlyk de reden zyn geweest, datHoofd'
de Hollandfche Maatfchappy der Weetenfchap-sTUK.
pen, in ’t jaar 1 7 7 3 » de Prysvraag opperde:
welke Bomen, Heejters en Planten , behalve de opzigte,
\ Helm en Sleedoorn , op onze Zand - Duinen ter
1 weeringe der Zand - Verstuivingen zouden geplant
r kunnen worden , enz. Het beletten der Ver«
; fcuivingen,die de Landen, aan onzen Duinkant
gelegen , zeer benadeelen , fcheen het hoofd-
Oogmerk van die Vraag te zyn, en derzelver
oirzaak de weim'ge voldoening der twee gemelde'
Plantgewasfen, die aanleiding gaf om bekwaa-
mere te zoeken tot dat Oogmerk. De geleerde
Heer Dr. le F rascq van B erkheï
: heeft wederom hier van den Gouden Eerprys
weggedragen , zo door zyn Ed. beantwoording
van die Vraag, als de nader opheldering
> ten dien opzigte. Nog drie andere Antwoorden
over dit Onderwerp , het eene van den
Heer Daubenton, het andere van den
Heer De n ta n, en het derde van den Ho.
I venier der Akademie-Tuin N. Meekburg ,
te Leiden , zyn in het voorleeden jaar 1780,
on-
I weftelyke , die zelden zo lang duurt, flaat ’er vlak op
5 aan , en doet meer nadeel door de hooge Zee.
(k) Zie de Verband, van de Heil. Maatfchappy der PVee*
' Utfibappen , te Haarlem, i 78o IX. D, % en 3. STUK«
Ee 3
S i