I* aan de Tanden kleeven, welker gebruik mee
AXXIlÏ! z0 ongezond is. Deeze vergelykt hy by de
Hoofd- Gezegelde Aarde. Somtyds valt de Mergel
8TÜK’ geheel Aardachtig, en deeze wordt in de Ulias-
vMtrgei. ^ers get,ruiict om Vormen van te fnyden, waar
in men gefmolten Tin , Koper en Lood, ban
gieten. Dikwils is de Mergel, op die Eilanden,
vermengd met roode en witte Bolus, of
Okerachtig, bruin en geel; welke niettemin ,
zo wel als de anderen, gegeten worden. Men
vindt ’er ook een vette zwaare Mergel en andere
Söorten van Kleijen, dienende tot het
maaken van Smeltkroezen , Steen- o f Potte-
bakkers-Werk (hJ»
meuren. De Mergel is meest wit o f graauwachtig en
dikwils g e e l; doch men vindt ook blaauwe en
groene Mergels, die gemeenlyk vetter dan de
anderen zyn. In Sweeden valt een roode Merg
e l, die buiten twyfel veel Yzerdeelen bevat,
wordende door ’t Vuur helder geel. Een der*
gelyke heb ik van Altenberg in Saxen, benevens
een rood en geel bonte uit Lithauwen.
Bleekrood komt dezelve by Upfal voor, donker
o f hoog rood in Dalekarlie. Van deeze
wordt te Stockholm Aardewerk gebakken, zo
wol als van de volgende, die ook in Engeland
ge-
( i) Rumph. Amb. •Ra*'. III. Boek. II. Hoofddeel. Zou
hier ook kunnen betrokken worden die StolFe Terra Pat•
na genaamd, in ’t Ryk tan den Grooten Mogol vallende
volgens Lemery , en tot het maaken ?an allcrley vaatwerk
d i egegraven
wordt, zynde roodachtig bruin, taa- I.
melyk veten niet los van zelfftandigheid. Dee- Axxlll**
ze komt insgelyks in *t Keurvorftendom Hano-HooFD-
ver vo o r, dikwils^aan de zyden der Bcrgen.*TOK*
Behalve verfcheide witte en geele, heb ik een
helder blaauwachtige, met Granaatjes,uit Engeland
, Afchgraauwe uit China en Cornwall,
en eene groene uit Siberie. Ook vindt men
fomtyds een zwarte Mergel, die van Joden-
lym is doordrongen ; een Mergel die in Dob-
belfteentjes breekt, Staal-Mergel in Engeland
genaamd , cn eene Bladerige , aldaar Papier'
Mergel getyteld , die Bladerachtig legt op de
beddingen van Steenkolen : maar deeze , zo
wel als de Pypen - Mergel, zogenaamd, (chy-
nen veeleer Soorten van Kleijen te zyn.
. De Mergels van de Kleijen hoofdzaakelyk onder-
onderfcheiden zynde door de opbruifching metd^Mer?
Mineraale Zuuren, gelyk wy bevoorens geziensels*
hebben; zo vallen hier alle die Stoffen u it,
welken de Heer D a C o s t a heefc voorge*
fteld als Mergels , op welken de Zuuren niet
werken. Zy hebben allen eenige Kleverigheid,
waar door zy van de Kryten onderfcheiden
worden. In *t Engelfch Graaffchap Buckingham
dienende , 't welk zo ligt is , dat het ledig door den
Wind in de Lugt gevoerd wordt, en zo aangenaam van
Smaak , dat de Indiaaninnen , inzonderheid die zwanger
zyn , hetzelve gretig opknappen ?
PP