6(5 V E R S T E Ë NI N G E N
I. wel voor Verüeend Hout konden aangezien
worden-O?). Met kleine brokjes zou dit mis*
Hoofd fchien kunnen plaats hebben 5 maar niet ligt
raK ‘ met groote Stukken , waar in de Draaden ,
Kwasten en het maakzel van het Hout al te
blykbaar zyn, om zig te laaten misleiden. Ook
zal een Kenner zelfs kleine Stukjes , dié wel
verfteend zyn , geenszins verwarren met dat
half verfteende o f verharde Zee-Wier.
Mosfen. Het Mos , dat, het zy op den Grond of aan
•ï.-oj gV’ Zoomen groeit, komt fomtyds in die gedaante
voor, dat men het Verjieencl Mos noemt. Ik
heb daar taamelyk groote Stukken van, onder
anderen één, uit de Steengroeven by Blankenburg
in het Swartsburgfe, daar een goede veel.
heid geheel natuurlyk verdroogd Mos nog aan
z it , terwyl het overige Steenhard is geworden.
Deeze Verfïeeningen , echter, moeten betrokken
worden tot de O verkortingen: want men
bevindt, de Takjes afbreekende, dat zy van
binnen hol zyn. Een Water met Kalkachtige
o f Steenige Stóffe bezwangerd , die kleine
Plantjes overloopende, doet dezelven allengs
begroeijen met een Steenige Korst. Ook zyn
’ er dergelyke gedaanten, die, door het afdrup.
pelen van zulk Water, als Stalaélieten worden
geformeerd. Twee kleine Plantjes, ofPlant-
achtige Lichaampjes, geel van Kleur, op den
Pie»
(?) Nat. lUJl. van Holland. \1< Deel, bladz, njo.
V A N K R U T D E N. 6?
Pietersberg by Maastricht gevonden, gelyleen I.
zeer naar Mos, als uit de Afbeelding van één A x n .L*
derzelven, in Fig- 5 , blykbaar is. Hoofd* ,
Ontwyfelbaar ondertusfehen is het , dat in
Kryftallen , Achaat en Chalcedoon , fomtyds
Mos voorkomt, ’t welk men weezentlyk Verfteend
kan noemen. Die lange fmalle Blaadjes,
echter, welken men zo duidelyk daar in be-
fpeurt , hebben meest de gedaante van dat
Mosachtig Slibber der ftaande Wateren,’t welk
Flap genoemd wordt op fommige plaatfen ;
gelyk dit my duidelyk blykt in een groot Stuk
Yslandfche Chalcedoon, myner Verzameling ,
dat daar van rykelyk is voorzien. Van Ober-
ftein in het Tweebrugfe heb ik evenwel, onder
veele anderen, een helder doorfchynend Plaatje
, waar in zig een Mos bevindt, dat meer
naar het Aardmos gelykt: zie ’t zelve afgebeeld
in Fig. 6.
Of ’er echte Verfteeningen van Paddejloelen &
zyn, is zeer duifter. Die Petrefakten, welken
naar dezelven gelyken , hebben dat Plaatachtig
maakzel niet, ’t welk de Kampernoeljes
eigen is , en worden derhalve voor verfteende
Koraalgewasfen, onderden naamvan Fungieten,
gehouden ( r ) . Daar komen ook Lighaamen
voor , naar dezelven zweemende , die enkele
Drup-
(r) zie ’t voorg. III. deels I* Stuk , bladz.'
E a