II
IifIlj i I I
$4 V m s ï e ë h i h c s s
L
AynBEL
XHi
H oofdstuk.
Van de natuurlyke Varens, Katteftaart en defe?
gelyken, fchyncn zy niets te verfchillen (t).
De H e e r ju s s i e u , in tegendeel, nu tuint
zestig Jaar geleedcn , een Reis doende naar
v»rtM. Spanje door het Lyonnois, vondt omftreeks
St. Chaumont een menigte Leyfteenen , met
indrukzels van Rian ten, hem geheel vreemd ,
en or bekend zegt hy in gantsch Vrankryk. De
raeeften behoorden tot de genen , die men
Cspillares noemt; gelyk de ( Ceterach ) Herts-
tonge , het Vrouwen- ffaair QAdianthim) , het
Boomvaren (Polypodium) , de Osmunda, Filïcula
en veeiesley andere Soorten van Varens ; op
welken hy fomtyds nog de indrukzels van ’t
Zaad, dat zy op de rug der Bladen draageit
weshalve menze Epiphyllospernne tytelt,
waarnam. De menigte ' van dergelyke Krui»
den-Leijen w a s , omftreeks die Plaats, ongemeen
groot. Hy vondt ’er ook nog Bladen
van verfcheide andere onbekende Planten, en
fommigen zelfs die hem toefcheenen tot de
Dadel- o f andere uitheemfche Boomen te be»
hooreö (v).
Vyfentwintig Jaaren iaater werdt het Vertoog
van den Abt de Sauvages aan ’t licht
gegeven, die omftreeks Alais, in de Zuidelyks
deden van Vrankryk, een Bedding vondt van
ver-
I]
E p .
CO Mï|. Saxon,/a}t. I. g. st.
( v ) Mem, de i’Aead. des Sc, de Paris , de 171&, p.
ip ? &cverfcheide
Mylen Jangte , waar io zig aKe.ley I.
foorr van Ercfen en Steenen bevonden, 2 3 x [ x
ook veele Mynen van Steenkolen. Hier kwa- hoofd-
men hem , onder andere Verleningen , ook mm,
veele graauwe Leyfteenen voor,met deindruk-
zeis van Varens, Waterlïsch, WalBroo, Oi*
jevaarsbek, Koorubloemen, enz. Op dezelve«
was, behalve de Bladen, ook dikwils de Sten-
gel der Planten en derzelver Bioefem, bewaard
gpbleeven. Behalve deeze vondt hy ook een
nrnïete van zulke Leijen, met geheel vreemd
e , onbekende Planten, waar van hem alleenrek
groote Bladen voorkwamen, breed, lang
en dun, onder anderen naar die van de Indi*
fche Banannen gelykendc. Een zodanig hadt
zvn Ed. ’er gevonden , dat agt Duimen breed
was en meer dan v y f of zes Voeten lang bui-
ten de Rots uitfteekende. Het zeldzaamfte in
deezen was, dat men die vreemde Bladen nooit
onder de anderen gemengd , maar in byzondere
hoepen aantrof (w).
Aan de bekwaamheid van gedagten Franfchen
Heer d e J u s s i e u , in het onderfcheiden der
indrukzels van Planten, die hy omftreeks St.
Chaumont vondt, kan men niet twyfelen. Die
twee Stukken , onder tmfehen, welken ik daar
van aan 't licht gegeven vind, vertoonen zig
gantfeh
(w) De zelfde van X74S, PaS- 56S’
D 4
IILDeel. II. Stuk.