1.
Afdeel.
XVIII.
Hoofdstuk.
Lava,
Vermen
gingen.
is zy vol witte, geele , groenachtige, groene
o f zwarte, doorfchynende Schirlftippen, Schirl«
greintjes, - Blaadjes, - Naaldjes, .S ta a fje s ,
en voornaamelyk Schirl - Granaaten , die ligt
verweeren tot een wit Kleyachtig Meel. In de
Diftrikten van Verona , Vicenza, en elders in
*t Gebied van Venetie, als ook op den Berg Al«
bano, bevat zy fomtyds kleine Keytjes, van
veelerley Kleuren , w i t , groenachtig, groen,
g e e l, rood, zwart of bont, die in Italië voor
Edele Steenen uitgevent, en by *t Gemeen gedragen
worden. In de Asch-Heuvels by Vicenza
bevat de Lava dikwils Chalcedoonach-
tige Steentjes, kleiner o f grooter, welke fomtyds
eenig Water bevatten , behoorende töt
de voor befchreevene Waterfteenen (y).
Dus van de zelfftandigheid, Kleur en Ge-
ftalte, waar in de Lava voorkomt, gefproken
hebbende, zal ik nu acht geeven op derzelver
vermengingen. Aan den Vefuvius is zy dikwils
met een Soort van Mos bekleed, voerende
ook fomtyds , daar ?y de kloven der Kalkbergen
opvult , Ertfen met zig. Dus vindt men
grofftraalig graauw Spiesglas, in ’t Gebied van
Florence; in ’t Venetiaanfche ryke Yzer-Ade-
ren, Lood* Erts en Blende, in Lava en in Bergen,
die half uit Lava, half uit Kalkfteen be»
ftaan: ook Koper-,Zilver-Erts, Kies en Bruinfteeo
i j } Zie bladzyde *f*. hier voor.
fteen in ’t Diftrikt van Vicenza. Somwylen £
heeft zy aldaar een gantfch Vlot van Steenko- Afdeel
len ingeflooten , o f brokken van L e y , Puim- sx v r ïI *
fteenen , Kwarts en Glimmer, of Marmer, o f stuk™ ’
gemeenen Kalkfteen , o f Verfteende Zaaken. la v a .
Dikwils vermengt de Lava zig ook broks-,
Aders- o f Korrelswyze, met andere Aard- cn
Steen-Soorten , waar uit dan veelerley famen-
geftelde Steenen , inzonderheid Granieten en
dergeJyken RotsfteeDen , ontftaan. In Italië
zyn daarvan overvloedige voorbeelden. Ook bezit
ik een Stukje graauwachtige Lava van Frankfort
, dat zeer aartig i s , met geverifieerde
Kwarts.
Een byzondere opmerking verdient hier nog Lava van
de Lava van Ysland , aldaar Hraun genaamd Yslant*'
o f Ruïnen, dat is , eene verwoesting des Aard-
ryks. Het gantfche Zuidelyke gedeelte des Ei*
'lands beftaat uit eene Laag van L a v a , eeniga
Voeten dik , byna op! gelyke hoogte als de
Z e e ; die met een Laag Steenen is gedekt, waar
op dan de Vrugt-Aarde legt. Het Westelyk
gedeelte is met Klippen van dergqlyke Stoffe
omringd , vol kleine Spaath en Kwarts - Kry-
ftallen. Op zekere Heide , daar in, legt een
geheele Dyk van Lava , waar op gefteegen
men, naar ’t Noorden, zeven zogenaamde Aard-
brandt Schoorjieenen z ie t, van gefmolten Stee.
nen, die aab de buitenzyde zeer ruuw, fcherp
en van donker Afchgraauwe K leur, inwendig
hol en als verglaasd zyn. De grootfte is drre-
q 3 en~