I. Glaasjes , het eene met een Boompjejj doof
'Afdeel. y Uür aan malkander te foldeeren; als wanneer
lloom- de Tekening zig binnen bevindt,- doch zy lyde
stu k . *er dikwils merkelyk door, en een kundig Oog
kan het bedrog gemeenlyk aan de platheid van
het Boompje , of aan de Kleur, wel ontdekken.
Z o dat die uitvinding meer voor een
aartigheid , dan voor weezentlyk bedrog, ver-
ftrekt. Ook zyn de Natuurlyke Achaate Boom-
fleenen niet geheel vry van aandoening door
.Sterk Water en door Vogt, gelyk de Heer d e
L a C o n d amt n e ondervonden heeft (t).
Offchoon ik eene groote menigte bezit van
Europifche en Orientaalfche, echte , als ook
eenige nagemaakte Boomfteenen, heb ik daar
van geene in Plaat willen geeven; eensdeels
dewyl zy zo bekend zyn ; andersdeels, om dat
men ’er een geheele Plaat vol van vindt in de
Ambonfe Rariteitkamer van R u m p h i u s ,
die aanmerkt , dat zy in menigte vallen om-
ftreeks de Stad Suratie in Oosündie. Die
Steenen , evenwel, welken op gezegde Plaat
L V . , uit het Kabinet van den Heer F e i t a -
m a , in *t gedagte Werk gebragt zyn, komen
my voor, altemaal Europifche Boomfteenen te
zyn geweest, en fommigen ook nagemaakte.
Eene Verzameling Oostindifche van die grootte
en fraaiheid was onfchatbaar. (2)
( t) Hiß. de l Acad, R . des Sciences, de 1733 , p. 3j.
f t ) Graptolitbus Lineis Mapparft Geographicam rcfeienJ.
Syß. Nat. XU. Tom. III. Gen. 43. Sp. 1.
r<i) Natuurfteen, die met Lynen eene Land- . I*
kaart voorjtelt♦ - ■ x iV .
Hoofd-
Deeze op Keyfteenen der Velden van Scbó stuk.
nen,eene Provincie van Sweeden, voorkomen-
de, verfchilt, zo L i k b /e u s aanmerkt, van thus Map-
de PlaDtjes genaamd Liepen Geographicus & ^and-
Silicinus. Het eerfte derzelyen is een geeie kaanfteen.
Steenfchurfc met zwarte Streepen, naar een
Landkaart gelykende, zo, hy aanmerkt, op hoo,-
ge Rotfen voorkomende in Europa : het andere
mooglyk op Keyfteenen , daar men dergelyk
Schurftmos aantreft, ’c Is twyfelachtig,ofzyn
Ed. die Landkaartjteenen bedoeld hebbe, waar
van zo fchoone Tekeningen op de Papenhei.*
mer of Solenhofer Marmer - Lei jen gevonden
worden, die als een geheele Zee met Eilanden
voordellen , en wederom een in Zee leggend
Land, waar van men , met eenige toe-
geeflykheid , het Ryk van Groot Brïttannïe
zou kunnen maaken. In anderen zyn de kanten
der Eilanden én Kusten als met Geboomte
begroeid (ft). DeezQ komen eigentlyk niet
voor , als Steeneti met Konftige, maar met
Natuurlyke figuuren ; terwyl W a l l e k i u s
deeze Soort, zo wel als de volgende, betrokken
heeft tot zyne Teclmomorphi (v).
Hier
(#) Zie K N o r r Verft, Zaaken. I. Deel , Plaat VII.
B i g . i , i , 3.
(v) Zyp Ed. zegt. daar van ; Sunt Lapiftts qui varia ar-
H 3, tfm