596 D B K L E r J E N O f f
I De Kley - Mergel, in Duitfch’and Mergehhon
Aïd'eel. o f Ackermergel, by fomraigen ook Porlelera- xxm . Aarde> iD Vrankryk Marne Argilleufe , inSwee-
8TuKFt’ den Mergel - Lera genaamd , bevac, volgens A N-
Kiey. d r e a , ten hoogften drie deelen Kley tegen
Mergel. één deei Kalk - Aarde. Hierom heeft zy ook
dikwils zo veele gelykenis naar Kley, dat daar
van allerley Aardewerk gebakken kan worden.
Die Pottebakkers en Steenbakkers-Kley * Py*
pen- en Vollers - Aarde , welke met Zuuren
opbruifcht, zal hier t’ huïs behooren. Men
vindeze op zeer veele plaatfen in Duitfchland,
welken ik onnoodig acht hier op te noemen.
Somwylen is zy vermengd met Gip s , en valt
dan dikwils zo hard , dat menze Steerimergel
noemt, hoewel men dien naatn ook geeft aan
Tufachtige Mergels (*)«. Met Giimmerdeel-
tjes komt zy ook vo o r, en heet dan, wegers
de glinftering, Glimmer mergel of Duiven - Merzei
( l ) Z Y k£m tot verbeterin§ van Zand*
gronden zeer wel dienen , en wordt, op fonnrige
plaatfen , als een byzondere Mest voor
Peulvrugten gebruikt. Men vergruist dezelve
zo klein als Zand, en beflrooit ’er dan de Ak.
kers mede, na dat het fterk gedaauwd o f ge-
renend he eft, wanneer de Planten ongevaar
een Voet hoog zyn , even als men elders met As*
(k) Marga Tophacea. WALL. SyJ?. Min. I. p. 77«
(l) Marga Columhina. Gmel. Nat. Sy/ltm. IV. p. 4°<>*
Vid. Da Costa. Fh/Ui . p. 7 3 .
Asfche doet, en om die reden noemt men ArJ ' EU
het dus Strooy. Mergel. De Erwten en Boo- xxill.’
•nen, nogthans, op zulke Akkers geteeld, zyn Hoop»-;
in ’t kooken harder dan gewoonlyk.
De Zand - Mergel is fomtyds met zo veel
Zands bezwangerd , dat hetzelve ’er de helft
van uitmaakt. Men wil dat deeze de Ruuwe
Mergel der Ouden zy , by P l i k i ü s reeds
bekend (m). Men vindtze in ’t Keurvorften-
dom Hanover by Ompelde, als ook by Pott
Holtenfen in ’c Ampt Kalenberg , en in een
Schaapenweiders Heuvel in Hizaker, in ’t
Lippifche Ampt Sternberg in de laage Bofch*
groeve by Schonhagen j als mede in Engeland
; desgelyks in de Swcedfche Provinciën
Schónen en Upland. Wegens het bygemeng-
de Zand is zy op ’t gevoel fcherp, wanneer
menze met den Vinger w ry ft, en knarst tus*
fchen de Tanden , hebbende weinig iamenhang
en laatende zig niet zo ligt op de Schyf draai-
jen o f tot Aardewerk verarbeiden : maar zy
fmelt veel vaardiger, dan andere Mergel, door
*t Vuur tot Glas.
Hier behoort ook, voornaamelyk wat de Gict.
menging betreft, (uitgenomen dat het Zand 9.aZul“ '
veel fyner i s 5) de Gietmergel, Glazuur- Mergel
* losfe Mergel o f Gietzand\ in Sweeden
Gjut mergel; / in Vrankryk Marne en pousjiere ,
Mar-
(m) Marga Arenofa &c. Wall- Syjï. Min. I. p, ju
P p 3
Mergel.