I. zegt, uit de Wanden van den Kogel, maar uit
A™V1L ° ngelyke knobbelige uitpuilingen , die zig als
H oofd Chalcedocnachtig vertoonen in een klein Me-
«tuk, loentje van den Berg Karmel, ’t welk de ver.
maarde R o s s e l ze lf van daar mede gebragt
heeft en aan wylen Doktor S cH L o ssE itp re -
fent gedaan. Dit Steentje, van grootte als een
Hoender* E y , bezittende, heb ik doorgeflagen ,
en van binnen zonder eenige Krystalletjes ,doch
zodanig bevonden, als het in Fig. 6 , op Plaat
X X , vertoond is. Het fchync derhalve een
jonge te zyn , o f van onvolkomen groeijing.
De inwendige zelfftandigheid is Kwarts, de
Schors weezentlyk Marmerachtig, en uitwendig
w i t , met Yzergraauw gemarmerd. Zonderling
is ’r» dat hetzelve, toen ik het door-
lïoeg, een aangenaamen Reuk. gaf, eenigszins
naar Moskeljaat gelykende; ’t welk van dee-
ze zogenaamde Meloenen in ’t algemeen ver,
zekerd wordt.
' « g ® * Wanneer men zig erinnert, dat de Kwarts
ppe’ als de Moer is der Kryftallen , en zo wel als
dezelven uit een Vogt geboren wordt 4 ver-
fchillende in de groeijing naar de uitwendige
oirzaaken ; zo begrypt men ligt,;dat 5er on-
eindige Verfcheidenheden kunnen zyn van zodanige
Kryftal - Kogels. Maar men begrypt
tevens, dat naar de geaartheid van het. Vogt ,
in zulke Kogels begreepen , de Kryftalfchie*
ting ook verfchillen moet. Dus was het gelegen
met die Kryjial a p p e ls , welken L in -
NJEüs op Oeland .vondt, in Kalkfteen, van £
grootte als Appelen,* welke, aan Hukken g e ,A fdeel.
Ragen, in groeijing geleeken naar den Bloed-ffooFD-
fleen , beftaande uit veele doorichynende Spaath- stuk, j
Kryftallen , welke in ’t . middelpunt famenlie-
pen, doch dikwils ook io ’t midden een kleine
holligheid formeerden , zo dat men haaro
driezydige punten duidelyk kon zien. Zoda-
nigen kwamen ook op Kinnekulle en elders in
Sweeden voor.
( 5 ) Kernfteen, die Mergelachtig ï r , van bin* v.
ntn begroeid met Teerlingfe Kryjtallen. c £ u £ .
Krytkctgel.
Op Gothland was deeze uit de Zee gehaald,
zynde een losfe Kalkachtige Krytfteen,
d ie, gebroken, de ingedrukte-holligheid vertoonde
van een gewoonen Zee- Appel of Zee-
K li t , waar van de Paden regelmaarig bezet
waren met gelyke grootere, de tusfchenwydte
met zodanige kleinere Kryftallen , in figuur
als die van Z e e -Z ou t, naamelyk allen Teer-
lings, helder, Spaathachtig, buiten twyfel uit
het Zeewater geboren.'
Hier toe behoprt eene Kalkfpaath - Droes pi., xx.
die ik bezit, uit de Krytbergen in Engeland; Fig' 7'-
als
(s) ty£tite: Margaceus , Embryonifms, fixis Cryftallinis
Mutise Cjiryfo'ampis. Sy/l. Nat. XII. Tom. KI. Gen. 4S.
Sp. j. Helmimholitbus Ëchinltis JEtitx, Embryonibus Cty-
ftallinis fkïs. Mas. Tesf. 94. 'T. 1 . f. 9, 9»