Tabakrooken voor de Turken. Zy is witach«
*» tig geel, op de breuk wat ongelyk en Schub-
AXXnï. big, doch anders taamelyk digt, en droog zyn-
Hoofd- de hard, maar op’t gevoel glad en vettig, fchui-
*TtJÏ> mende met Water als Zeep, waar voor zyook
J : ; dY cht tot wasfchen gébruikt wordt. Zelfs met een
natten Vinger gewreeven , fchuimt z y , doch
laat zig niet zo ligt, als andere Kley, in Water
mengen , breekende veeleer in brokjes en
klonten* ln ’t Vuur verfmelt zy ligt tot een
fchuimend wit of Vleefchkleurig Glas, dat veel
meer plaats bellaat dan de Kley te vooren
deedt. Misfcbien is het om die reden, dat zy
van fommigen Zee-Schuim geheten wordt^z).
want anders verftaat men daar door een Harstachtige
Stoffe, die aan de Oevers der Zwarte
Zee door de Golven wordt opgefmeeten,
waarfchynlyk ontftaande van eene Sceen-Olie,
welke in die Zee vloeit (a ) . Ook voert zy,
by fommigen, den naam van SteenmergeU
(6) Kley die roodachtig is , zeer glad op da
breuk.
Deeze maakt de Lemnifche Aarde uit, van
ouds zo berugt onder de Geneesmiddelen. Zy
heeft
(g) BRiNNlCH Aantek. op CRONiTEOTS Mineralogie. ?.!<>'•
(a) Aan de Ka«pifche Zee , ten minfte, heeft men zodanige
Naphtba «Bronnen. Baker Nuttig gebruik, van 't M?
kroikoop* bladz. i+S. Aant, _
C6 ) Arrilla incarnata fiafturis glabeitimis. Syjl. Nat. 5p
7 T«9'
Vt.
Argilla
Lemma.
Lemnifche.
P O T - A . A R D E N . 5 3 3
heeft den raam naar *t Eiland Lemnos, heden- I-
daag^ Stalimene genaamd, of Stalamine, dat ^ x ilL
voor het inkomen van de Straar der Dardanel-Hoo D-
len. ten Noordwesten van Tent dos, legt. De8TUK*
Groeve daar van is in, een groote Vlakte, al reheTM'
waar zy een horizontaals Laag maakt, van
ruim een Handbreed dikte, welke deeze roq-
de Aarde uitlevert en waar onder een bleeke-
re legt. Met v ele omitandigheden werdt die
Groeve, eenmaal ’s Jaars, op den zesden van
Auguftus, geopend, en dan ’er zo veel uitgenomen,
als men benoodigd dagt te zyn. Men
verkogtze gezegeld of ongezegeld , doch de
Ouden zyn niet eeeftemmig ten opzigt van
deeze Aarde. Dit weet men , dat zy reeds
ten tyde van H om e r u s met groote plegtïg-
heden uitgegraven werdt. Ten tyde van Di*
oscorides mengde men ’er Bokkenbloed
onder, en de Koekjes werden, door een Prie-
fttr van Venus , met het afbeeldzel van een
Geit gemerkt (b). Nog heden wordt zy by
de Turken gehouden vooreen Souverein middel
tegen Venyn ; weshalve ook de Koppen,
uit welken de Groote Heer drinkt, zo men
wil, daar van gemaakt zyn*
Men
Tom. 1IT. Gen. Jz. Sp» 6. Lithonaarga. Terra Lemma.
Dal. Pharm. zo. N z. Terra Lemnia rubra. Da Cost.
Fosj'. 14. Argilla Cmstacea incarnata. Wa l l . Syjl. Min. I .
P jo.
(t) Geofer. Mat. Mei, I. p 67.
I U
l l i .
fÜ si
ViwtÊk
IU . D e e l II. S tuk,
L l 3
mm