tenfteenen, die hy onder de Tuffteenen plaatse, I.
De O verkortingen zyn Zeberlyk zo min gefor-
meerd door afzypeling of afdruiping, als de hoofd-
Pifolithen door aflegging van een Zetzel in *t stuk.
Water. De Ouden , zelfs P l i n t u s en A-
G R i c o L A , noemden hec flegts Steenige 5a-
mngroeizels uit Water of Verhardingen van
Water tot Steen j gelyk men hedendaags fpreekc
van Verfieend Water. Niettemin zal ik die
algemeene benaamingen behouden voor deeze
Geflasten.
Schoon het woord Stald&ites van de Ouden
niet gebruikt is , dan voor Pyrietifcbe of Vi-
trioolifche Stoffen, kan men het nogthans ge-
voeglyk op allcrley Spaathige, Kalkige en andere
Samengroeizels toepasfen , mids dat de-
zelven dopr zekere zypeling , afdruiping o f
looping van een Vogt ontftaan zyn. Hier onder
zyn ook de Stalagmites en Stiria, die byna het
zelfde betekenen, vervat. In de eerfte plaats
ftel ik derhalve die Soort, op welke deeze
naam meest toepasfelyk is, naamelyk
( 1 ) Stalattiet die als uit Rokken Samengegroeid X*
is , Spilrond en van Kalkachtige natuur. j K S “
_ Afdruipea«
Dus algemeener maak ik de bepaaling dan de*
die
(«) Stala&ites Tunicato - Cruftaceus, teres , calcaxeus,
Mibi. Stala&ite* Cretaceus, Tunicato -Cmftaceus, Apice
petforato Nattofo. Linn. Syjl. Nat. XU. Tom. m. Gen.
♦ 8. Sp. z. Stalaftites Marmoreus Tunicato-Cmftaceus, AIII.
Deel. II. Stuk. piee