I. in de Wateren van \ Karlsbad in Bohemea?
welke geiden van die natuur zyn , dat zy
Hoofd het ingeworpene met een Kalk- of Tarterachd,
•tuk, ge Korst overtrekken O ) . Bovendien heeft
die eigenfchap plaats in veelerley Bronnen
en loopende Wateren of Waterleidingen, waar
door men niet alleen geheele Plaggen Mos, in
de natuurlyke Geftalte , met Steenige Stoffe
cverkorst vindt, maar ook allerley dunnere en
dikkere Boomtakjes , Vrugten , Bladen, Planten
; zelfs Beenders, Ertfen en Metaalen: ja
Werktuigen door Konst gemaakt. Dus zag
F e r b e r een Ankertouw met Kalktuf over-
toogen- Zilver, en Goud-Ertfen, zelfs Steenkolen
, vindt men in Hongarie en Boheme met
zulk een Steenkorst bekleed. In Vrankrykgee-
ven de Waterleidingen te Arcueil daar van
aanzienlyke voorbeelden, waar van ik fchoone
Exemplaaren heb ; als ook een uitermaate
raar, van Takken aan malkander gevlogten
Stuk, aanziedyb groot, uit Spanje medege-
bragt.
Karlsbad'4 ^ * ets *n dit opzigt beroemder dan de
in Boheme. Karlsbad • Wateren in Boheme , van welken
zeer fraaije O ver kor Be Zaaken , die men ook
wel Verfteeningen noemt, in de Kabinetten
der Liefhebberen voorkomen. Doch deze drukken,
zo catuurlyk, het Origineele uit, dat men
’er
im) Zie ’t voorg. I. SruK, bladz. ZS4, « 6 ,
’er weinig of geene Afbeeldingen van vindt. I.
Van het Dierlyke heb ik daar van zeer fraaije
Rivierkreeften : van het Plantaardge, behalve :j0oFB-
eene zodanig Verfteende Artichok, verfcheide jt u k .
Takjes met Bladen, die in de Breuk zeer zigt-
baar .en natuurlyk zig vertoonen, dis van Palm
en anderen , doch inzonderheid van Eiken en
andere Boomen met Bloem en Vrugt; waar van
ik hier een Blad , dat vry natuurlyk is , met
een Galappel daar op gegroeid, in Fig. 2 , op
P l a a t X X I , voordel. Aan de agterzyde zyn
de middelde en zyd-Ribbetjes of Aderen duf»
delyk te zien.
Van waar deeze Qverkordingen , welke op
de Breuk zig Kalkachtig en wit vertoonen, die
derke roodé Kleur hebben, is zo blykbaar niet.
Misfcbien zynze , tot fraaiheid , dus geverwd
of hefcbilderd. Ik vind , evenwel, in de be-
Fchryving deezer Bronnen , door een Heer ,
die dezelyen in perfoon befchouwd heeft (x ) ;
dat Pleidèr-Beeldjes, die men ?er in lege, na
twee Etmaaien verloops met eene geele Korst
overtoogen zyn. De zelfde uitwerking heeft
het Water van die Bron op de Houten Pypen
en Geuten, door welken men het loopen laat:
want , indien dezelven niet drie of vier maaien
in een Jaar werden fchoon gemaakt, zouden
zy geheel verdopt raaken. De Hoofd-
Bron
(x) Jfr, Miles , Med, Daftor Zie PW., Trtrt/aïï. Vol.
L. p. »5.
R 4