
ü i
of beendercnbrekziea worden in geenc enkele der talrijke holen
aangetroffen; zij moeten als het bovenste, jüngst gevormde lid
der tertiaire formatie worden beschouwd
Uoofdstuk 10. Eruptiegesteenten en metamorphische rotssoorten in
liet tertiaire geborgte.
I. Optelling en körte beschrijving der gewigtigste verschijnselen van
dezen aard , in de rigting van liet we.sten naar het oosten gaande.
[E : Eruptie- en M: Metamorphische steensoorten.) . . . .
E f 31. Karang-Rangkong. Trachietdoorbraak door verharde
lagen
2. £ # M. Tji-Liman-dal in zijne hoogst gelegene streck en G.-
Liman. (Trachiet-doorbraken en uitgcstrekte kwartsvormingen.)
3. E. Grofkorrelige dioriet-berg G.-Malang nabij Tjimasoek. .
4. E. Basaltacbtige dioriet nabij Hoiwala
5. E f i)i. Doloriet en chalcedoon in de T.-Lograng . . .
6. E en 7. E. Plaatvormig afgezonderde trachietrotsen aan de
Wijnkoopsbaai
E f M. Tji-Tapen-dal en aangrenzende streken. (Trachietdoorbraken
in den vorm van groote ribben en hier en daar
verkieselingen in de tertiaire formatie.)
E en 10. E. Traohitische en basal tachtige eruptiegesteenten
in de streken bezuiden de Wijnkoopsbaai
11. E ^ M. De verkieselde gesteenten van Pesawahan en Bandarsari
en de porphicr van Tjimas : felsietporphicr met zeer
groote kwarts-, glimmer- en hornblende-kristallen. — Allengs
plaats grijpende overgang van dezen fraaijen porphier in
trachiet; wijze var afzondering hier-plaatvormig, eiders kogelschelvormig
op eene groote schaal; groote hoeveelheid van
magneetijzer en zwavelijzer in het gesteente; verweeringsvormcn.
12. E. Hornblendeporphier nabij den Tjoeroek-Tjimariudjoeng.
13. £ ^ M. Scherp begrensdc gang van augietporphier (met zeer
groote augiet-kristallen) in het T.-Marindjoeng-dal; loopt in
eene dwarse rigting door zeer verharde zandstcenlagen. .
14. E. Augietporphier-gang in de T.-Kawoeng
15. M. Verkieselde lagen der tertiaire formatie in deT.-Mapag
16. E. Diallagporphier op den G.-Karang «lang . . . .
17. M. Verharde halfverkieselde klcilagen in de T.-Böbör .
18. M. Metamorphosen van kalkmergel in de T.-Tiram . .
19. E. Vulkanisch massagesteente in de T.-Kaso en T.-Soro
20. E. Phonolithisch eruptiegestcentc aan den G.-Dolog. .
21. E. Goenoeng-Karang bij Soeka nÖgara
22. E 4- M. Pyrolitische berg G.-Soebang ter zijde van den
brcukrand van bei nept. geborgte G.-Brongbreng . . .
Bladü.
330.
335.
336.
338.
342.
342.
343.
345.
347.
351.
352.
364.
365.
368.
369.
371.
373.
374.
376.
376.
376.
377.
VII
Bladz.
23. JE ^ M. Witte, gcdeeltelijk verkieselde mergellagen in de
T.-Koeripan
24. E ^ M. Trachiet-doorbraak in de nabijheid der T.-Lajoe.
25. E M. G.-Parang; bergtoppen van hornblendeporphier.
26. E ^ M. Trachiet- en hornblendeporphier:bergen in het plateau
van Bandong •
27. E ili. Dioriet aan den Tjoeroek-Alimoen
28. E & M. Basalt-doorbraken in de Tji-Ea en vcranderdc
zandsteenlagen bij Batoe-Asaän
29. E. Dolerict-doorbraak Batoe-Tanggòlok en Goentocl aan de
zuider kust
30. E. Trachiet-rots Oedjoeng-Taboelau met gabbro-gangen. .
31. E. Trachitische massa-gestcenten van den G.-Limboeng.
32. E. Hornblendeporphier van den bergkam G.-Boeroeng-agoeng.
33. E. Trachiet bergjuk G.-Amlong
34. E. Dolerietachtig gesteente in dalkloven der T.-Balo en
T.-Patoedja
35. M. Verkieselde gedeolten van kleilagen in de T.-Iianjereh.
36. E. Zuilvormige basalt in de beddiiig der T.-Langla .
37. M. Laag van puinbrokken met slukken bandagaat en onyx.
38. E M. Basalt-gangen , benevens mangaanerls tusschen vcranderde
mergellagen in het T.-Berem-dal
39. E. Plaatvormige trachiet in de T.-Longan 400.
40. E. In kleine stukken afgezonderde basalt in de Tji-Tjabang. 400.
41. E 4- M. Verkieselde kalkmergel in de T.-Woelan . . . 400.
42. E. Trachitisch massagebergte G.-Singkoep 400.
43. E M. Basaltische en trachitische doorbarstingen in aanraking
met digten kalksteen, benevens graphietvormingen. .
44. E. Batoe-Loit
45. E. Trachiet- en dioriet-doorbarstingen op den G.-Poegak .
46. E. Trachietplaten tusschen fijne, onveranderde zandsteenlagen.
47. E ^ M. Trachietachtig gesteente en jaspisvorming in groengeklcurde
kleilagen aan den G.-Poelasari
48. E. Batoe-Toempeng
49. E. Pyrolithische stecnbank in bot laagsgewijze geborgte aan
de K.-Kèling
50. E. Basaltacbtige amandelsteen bij Tamau op Noesa-Kambangan.
51. E. Hornblendeporphier-berg G.-Sélok aan de zuider kust .
52. E. Gloedbrekzien van den G.-Karang bòlong
53. M. Verharde klei- en kristallinische zandsteenlagen in de
Tji-Katjar
54. E M. Gabbro en talkschiefer van het bergjuk G.-Tjagang.
55. E M. Verharde klei- en kristallinische zandsteenlagen.,
benevens basaltdoorbarstingen nabij Sirongè . . . . . .
378.
378.
379.
381.
384.
385.
387.
388.
389.
390.
390.
392.
393.
395.
397.
397.
402.
404.
405.
405.
405.
406.
407.
407.
408.
409.
410.
411.
i;
Ii i ^
f '
f
C.«