
1 'I 5I
42
rivier. Door de werking der bandjer's hebten zij eene 3 a 4 maal
grootere ontblooting verkregen dan bet eigenbjke bed der kali
bedraagt; nu eens vormen al deze uiteinden van lagen eene effene
vlakte, dan weder steken sommigen als lijsten, — stompen
van jiiuren — boven de anderen uit, en di tgescbiedt voornamelijk
ter plaatse waar barde zandsteenlagen worden afgewisseld
met ligter oplosbare tbon-lagen, alwaar zij zicb dan in de
gedaante voordoen als boekdeelen van ongelijke grootte, welke
nevens elkander op eene bibliotbeek-plank staan; in die streken
waar de kronkelende beek van bet noorden naar bet zuideu
vloeit, vormen zij dwars gerigte, horte lijnen in de beekbedding,
en lange, met den oever evenwijdig loopende lijnen, waar
de beek, in eene barer krommingen, van bet westen naar bet
oosten of in eene omgekeerde rigting voortstroomt.
Hoofdzakelijk kernen alliier voor meer of minder fijnkorrelige
zandsteenlagen, welke door dünnere tbonlagen worden afgewisseld;
allen bebben eene grijze kleur en zijn in eene regelmatig
verticale of bijua verticale (80°^—83") en tevens evenwijdige
rigting geplaatst en bierin beb ik^ zoover bet mij mogelijk was
zulks na te gaan, over eene uitgestrek tbeid van 2|-paal in de
breedte, niet de geringste afwijking kunnen ontdekken; bet zuidelijk
gedeelte der dalbedding, betwelk niet zoo gemakkelijk
genaakbaar is, wordt bier niet onder begrepen. Van den mond
der tji Gintoeng ecbter westwaarts, docb in de onmiddellijke
nabijbeid van bet dorp ßandar dendeng, tot aan gene zijde van
bet dorp Tjoeroek, d. i. tot aan de dwarspoort der nevenbeek
(tji) Moentik, heb ik tweemaal denzelfden weg door de bedding
afgelegd, uithoofde het voorkomen dezer lagen in zulk eene booge
mate mijne verwondering trok, — en de afstand dezer beide
punten in eene regte lijn van het zuiden naar bet noorden, derhalve
in eene bijna dwarscbe rigting ten opzigte der lagen,
welke van het westen 10" ten noorden naar het oosten 10 ten
zuiden loopen, bedraagt ten minste paal of 10,800 rijnl.
voet. Over deze ganscbe uitgestrektbeid zijn de lagen overal
innig met elkandar vereenigd, sluiten zij naauw aan elkander,
zonder dat ergens eenige stoornis in deze aaneensebakeliiig tc
bespeuren is, zelfs niet op die plaatsen aan den oever, waar deze
tot eene lioogte van 5 ä 20 voet oprijsten de lagen, die als borim
H'in/