
f . Ii uitstrekt van de dwarsdoorbraak door de keten, in denabijheid
van Sangjang heloet, tot aan den hooger stroomopwaarts gelegenen
tj oeroek Dj ompong, waai^door insgelijks debrekzie-banken
in de nabijheid van de tjoekang Rawon werden doorsneden;
de vorming dezer brekzie dagteekent derhalve of van de opheffing
der bergketen, of zij werd gevormd körten tijd na het plaats
grijpen dier gebeiirtenis. Honderd duizenden van jaren moeten
vervlogen zijn, alvorens bloote erosie zulk eene kolossale, kanaalvormige
kloof, gelijk die der tji Taroem, welke eene lengte
van verscheidene mijlen bezit, heeft kunnen doen ontstaan
in een vast, ten deele kristalliniscli gesteente.
Op een afstand van 1|. nur gaans van de tji Tai'oemdoorbraak,
in eene zuidoostelijke rigting van het dorp Tjitjabang,
dat aan de linkerzijde der kloof ligt, stroomt de tji
Tjamo door het znidelijkste gedeelte van het plateau van
Rongga, dat met eene menigte heuvelen is bedekt. De beek
heeft hare bedding, in den vorm van een kanaal, ter diepte
van 30 voet uitgespoeld door een verbrijzeld gesteente, bestaande
nit brokstnkken ter grootte van 2 ä 4 diiim, •— slechts
enkelen worden er onder aangetroffen, die 2 voet groot
zijn, =— aan de hoeken meer of min afgerond, gevormd nit digten
kalksteen en vulkanische steensoorten, die door middel
van koolzuren kalk zaämverbonden zijn. Zij komt derhalve
van nabij overeen met de brekzie, welke aan de djoekang
Rawon wordt gevonden en mag als een bewijs worden aangemerkt
van de groote nitgesti'ektheid, welke dit puingesteente
in de westelijke streken van het plateau bezit, zijnde, namelijk,
die, welke het digtst bij de dooi'braak liggen, waar dß
tji Taroem het plateau verlaat. Op menige plaats laat zieh
geen verbindingsmiddel tusschen de puinbrokken bespeuren,
maar passen zij allen volkomen in een, terwijl de oppervlakte
er van hier bultig oneffen IS, eiders daarentegen, waar het
rotsbed door de werking van het water werd giad gespoeld,
het uiterlijk van een mozai'kwerk vertoont. Op vele plaatsen
heeft het verbindingsmiddel, de kalk, de overhand; wat
zijne hoedanigheid betreft, zoo komt dezelve volkomen overeen
met de kalksteenbrokken, welke er door worden omsloten,
nainelijk, hij is digt van structuur, veelal w i t a c h t i g
205
, of wilachtig grijs, ja, zelfs roodachtig van kleur. De kalk is
zeer hard en laat zieh gemakkehjk door een hamerslag in
hoekige stukken en sphnters verbrijzelen. De oudere rotsoppervlakteis
hier en daar bedekt met dünne korsten van kalktuf,
welke door het water der bronnen en der beken aan baren
oever wordt afgezet. Zonderlinge gedaanten heeft de erosie
aan de rotswanden der kloof doen ontstaan. Het benedenste
gedeelte der wanden is, bij wijze van eene bogt, uitgehoold
en op zekere plaats in eene langwerpig teerlingvormige rots,
met platten sehedel herschapen, welke „batoe Kakapa'' wordt
geheeten en op een afstand van 6 minuten zuid-zuidwestwaarts
van het dorp Tjiboeloe ligt. De kalk is hier en daar
korrelig, kristallinisch geworden. Zie L. n". 827—828.
Een uur gaans van het dorp, ter plaatse waar de tji Tjamo
zieh met de tji Taroem vereenigt (het punt van zamenvloeijing
dezer beide beken ligt boven tjoekang Rawon en zelfs
boven den g. Sagoeling — zie vroeger), wordt een vulkanisch
puingesteente: L. n". 826, aangetroffen, hetwelk uit stukken
van zeer verschillende grootte bestaat; hierin zijn nog op vele
plaatsen stukjes kalksteen vermengd.
Hieruit blijkt derhalve, dat in de benedenste streken van het
plateau-bekken, aan de binnenzijde van de straks genoemde
doorbraak, dergelijke conglomeraten over eene uitgestrektheid
van verscheidene mijl en verbreid zijn; zeer waarschijnlijk is
het te achten, dat zij met de vroeger beschrevene zuiver vulkanische
puingesteenten A. I. n". 6 en ff slechts eene groote
laag uitmaken, waarvan de puinbrokken op deze plaats meer,
eiders minder door kalk vereenigd en met kalksteenbrokken
vermengd zijn.
5». Eene zeer eigenaardige brekzie, welke bij na uit geheelgave
kwartskristallen van aanmerkelijke grootte bestaat, die porphierachtig
in een digten kalksteen ingebakken zijn: L. n". 1264,
wordt gevonden in de kalkbank g. Silangsé, ten zuiden van
Hanioro, namelijk, in die streck van het Zuid-Serajoe-gebergte,
welke noordwaarts van Kcboemen ligt. (Zie hoofdstuk 9.)
' i l