
I f
Iis
' V i l l i ,
r. . , « - nj. eil
[M
het Djampang-gebergle len zuiden van den G.-Gede, hei Ziiidergebergte
zuidwaarts van den G.-Merapi, hoewel eigenlijk tot dezelfde
sooi't belioorende als de neptunische voorbergen der vulkanen,
worden allerwege, in alle deelen des eilands, in grooten gelale
aangetroffen.
lo. Pyrol. voorgebergle aan de oost- en noordoostelijke zijde
des G.-Gede; zijne loppen strekken ter grens aan het hoogland
van Tjipanas, aan zijne buitenwaarts gekeerde zijde; over dit
hoogland loopt de postweg naar Tjandjoer. •— 2°. Pyrol. voorbergen
aan de zuid-zuidoostzijde des G.-Gede : toppen G.-Krikil,
Kentjana en anderen ; tusschen deze en den vulkaan is de weg
aangelegd , die, over het hoogland van Tjekhroeng, van Tjandjoer naar
Soekaboemi voert. (De groote Megamendoeng-keten, welke noordwaarts
van den G.-Gede in de rigting van het zuidoosten naar
het noordwesten loopt en een langen bergrug, G.-Pasar tipis geheeten,
naar het westen afzet, is de grens van het hoogland van
Tjikopo en Tjiseroea aan de buitenwaarts gekeerde zijde; waarschijnlijk
bestaat zij grootendeels uit neptunische gesteenten met
pyrolitbische doorbraken, doch is door mij niet nader onderzocht
geworden.) —• 3°. Nept. voorbergen aan de noordzijde der G.-
Tangkoeban praoe-keten; tusschen deze beiden ligt bei plateau van
Segala eraiig. — 4«. Nept. voorbergen met pyrolilhische doorbraken
aan de zuidzijde der zoo even genoenide keten; tusschen
deze wordt het plateau van Lembang gevonden. — ö". Pyrol.
uitgestrekte voorberg aan den noordelijken voet des G.-Malawar;
hier tusschen ligt een onbewoond hoogland. — 6°. Pyrol. voorbergtop
G.-Poetri, ten zuid-zuidwesten des G.~Goentoer; tusschen deze
is geen hoogland ontstaan. —• 1°. Lava-puinbr. wallen en heuvelen
rondom den zuidoostelijken voet des G.-Goentoer. (Eenige
andere vulkanen in de Preanger-Regentschappen, als deG.-Patoea,
Pepandajan, zijn aan alle zijden door neptunische gcbergten omgeven
en te midden er van gelegen.) — 8». Nepl. ? voorbergtoppen
aan den zuidwestelijken voet des G.-Tarapoinas, die aan
de buitenwaarts gekeerde zijde met zachte glooijing opri_izen en
met een steilen wand naar de zijde des vulkaans afdalen; geen
hoogland. — 9°. Pi/ro/. voorbergloppen ten westen des G.-Tjerima'i,
mämm
if '«ir
451
Leneden Argalingga; zonder hoogland. — 10°. Pyrol.? voorberg
aan dezelfde zijde des G.-Tjerimai; tusschen dtzen en den vulkaan
ligt het hoogland Argalingga. — llo. Nept. voorbergen aan den
noordelijken voet des G.-Tjerimai, het kalkgebergte van Palimanan;
verder aan den oostelijken voet (G.-Meningteng) en aan den zuidoostelijken
voet des hergs, nabij de warme bron len zuiden van
Koeningan (zie IP" afdeeling, bladzijde 1344 en III'"' afdeeling,
bladzijde 78 en volgenden), welke laalstgenoemde voorbergen gedeeltelijk
met lava-stroomen zijn bedekt. — 12°. iVejai. voorbergen
aan den noordelijken voet des G.-Slamat, met een zeer laag tusschenland
hij Moga. — 13°. Nept. voorberg aan den zuidelijken
en zuidwestelijken voet des G.-Slamat met terrasvormige hooglanden
tusschen beiden , waarop Poerwokerla, Adjibarang en andere
plaatsen zijn gelegen. — 14o. Pijrol. voorbergtoppen aan de noordoostelijke
helling des zadels tusschen den G.-Sendoro en Soembing,
geheel door lava-stroomen omgeven. — 1S°. Pj/ro/. groot voorgebergle
aan den zuidoostelijken en oost-zuidooslelijken voet des G.-
Soembing, tusschen welks toppen de tempel Selo gryo isgebouwd;tusschen
beiden ligt een uilgestrekt hoogland. — 16^ Nept. voorberg
aan de zuidelijke zijde des G. Soembing, de hreukrand van
het opgehevene zuidelijke geborgte; op het hier tusschen gelegene
hoogland wordt Kali anggrek gevonden, benevens het paspuntvan
den weg, die van Kadoe naar Ledok voert. — 17°. Pyrol.
voorbergtop G.-Tali soto op den vlakken, zuidoostelijken voet des
G.-Oengaran. — 18". Pyrol. voorbergtop G.-Moenting op den
noord-noordwestelijken voet des G.-Oengaran, zuidoostwaarts
van Djati kalangan. — 19o. Pyrol. uitgeslrekte voorberg aan
de noordwestelijke zijde des G.-Merbaboe, met vier hooge,
kegelvormige toppen, waarvan de oostelijkste geheel geisoleerd
en van rondom door lava-slroomen is omringd; tusschen de andere
drie toppen en den vulkaan wordt het zeer ontwikkelde
hoogland gevonden, waarover de weg van Salatiga voorbij
Kopeng naar Magelang voert. (De voorberg G.-Plawangan, aan
de zuidwestelijke helling des G.-Merapi, schijnt uitsluitend gevormd
te zijn iiit opgestuwde lava-stroomen.) — 20°. Pyrol. en
nept.? uitgestrekte voorberg aan de zuidzijde des G.-Lawoe, met
. i
t,