
'M
IV
Biadz.
. 192.
jiespoolde puinbrolken
Lachen van losse nict zaâmverbondcne brolcstukken van vulkan.scl.e
steënsoorlcn, voorkomende aan de helling en den voct van vele
nos wei-kzame of uitnedooide vulkanen
B. Br'ekzien, bestaande uit puiubrokken van vulk. e. a. steensoorien,
welke door middel van koolmren kalk zaâmverbonden, of met
kalkstccnpuin vermengd zijn.
1. In de T.-Dadap, aan de linker zijde van het T.-Mandin-da!.
196,
199.
i . Ali U.C J. • A-'CIV.KI^ J V.. ^ -
2. In de T.-Tapèn, tusschen de dorpen Kaloembit en Tjibëbër. 200.
3. Tjoekang raon in de T.-Taroeni-kloof (plateau Bandong).
4. In de T.-Tjamo (plateau Bandong.)
C. Fijne en grove puingesteenten van verscliillenden aard, welke
zieh kenmerken of door liet eigenaardige materiaal, waaruit zij zijn
zamengesteld, of doordien zij zelden op Java voorkomen.
1. Zeer dikko en nitgestrekte lagen mcrgel van witte kleur met
kwartskristallen in het centrale gedeelte van Bantam. . . •
2. Zandsteen met knollen van balfopaal aan de zuiderkust van
' t i ' j '
3. Ligte, geelacbtig bruine zandsteen met verbrijzelde hornblendekristallen.
A. IJzerhoudende zandsteen en 5. Erwtensteenen .
6. Kogelzandsteenen van een concentriek-schelvormig zamenstel.
7. Nagelflähachlige conglomeraten (met kwaarts e. a. rol.'teenen).
8. Grove puingesteenten van groene k l e u r (in het Tji-Booni-dal—
aan den voet des G.-Soebang e. o. a. pl.)
D. Lagen van losse kwartsbrokken. — Brokstukken van kwarts,
jaspis, agaat en dergelijke kieselige steensoorten, welke niet
zaâmverbonden zijn en meer of min laagsgewijs uitgebreid in
sommige dalbodems voorkomen
] . Laag van kwartspuinbrokken in de nabijheid van Pesawaan
(waarïn veel zwavelijzer, en insgelijks zwavelzink vermengd
2. Lagen verkieseldo steenbrokken in de nabijheid van Bandar
.sari , waaronder veelkleurige bandagaat, benevens kalksteeiibrokken
worden gevonden, die slechls gedeeltelijk verkieseld zijn
en nog eene duidelyke koraalstructuur vertoonen . . . .
3. Laag kieselige puiubrokken in de nabijheid van Tjoeroek
n ë g t ë g , in het distrikt Karang (voornarnelijk bestaande uit
concentrieke bandagaatstnkken , onyxen)
Iloofdstuk 7. Bijzondere leden der formatie. — Verkieseldo
boomstammen ("deels in puinbrokken, die in verschillende tertiaire
lagen , zoomcde in beddingen van fossile kolen ingesloten
voorkomen, deels in eene grootc hoeveelheid , tot geheele lagen
epgehoopt, — Ccntraal-Bant;im)
201.
204.
206.
209.
209.
211.
212.
213.
217.
219.
224.
232.
235.
ßladz.
iloofdstuk. 8. Bijzondere leden der formatie. — Fossile kolen,
benevens fossile hars.
A. Aanduiding der plaatsen, alwaar fossile kolen worden gevonden
(tusschen lagen van klei en kwartsachtigen, niet met zuren opbruischenden
zandsteen) voornamelijk in de zuidelijke gedeelten
der residente Bantam.
a.) uitgestrektc lagen, vlotbeddingen van kolen.
1. Zes vlotten in de nabijheid van Bòdjong manik . . . .
2. Een dito bij Bòdjong mangkoe • . . . .
3. Drie en twintig vlotten (die loodregt of bijna perpendiculair
staan) aan de zijhellingen van het T.-Siki-dal
4. Zeven en twintig vlotten in de nabijheid der T.-Madoer, aan
de zuider kust
5. Twaalf vlotten in de nabijheid der T.-Sawarna aan de zuider kust.
b . ) Kleine nesten of dünne äderen fossile kolen, welke afzonderlijk
in verschillende streken van Java worden aangetroffen.
B. Onderzoek naar den aard en de hoedanigheid der opgenoemde
kolen en naar hare bruikbaarheid (medegedeelde analysen van
eenige soorten , enz.)
Iloofdstuk 9. Bijzondere leden der formatie. — Kalksteenbanken
(bestaande voornamelijk uit eeuen digten , gelijkvormigen kalksteen
van witachtige klenr, waarin talrijke holen worden gevonden).
I. Optelling van al de mij bekende kalksteenbanken in de rigting
van het wesfen naar het oosten , benevens eene körte beschrijving
der merkwaardigsteu.
No. I tot 10 in de residentie Bantam
No. 11 tot 33 in de Preanger-Begentschappen , benevens Buitenzorg
en Krawang
N". 18 en 19 : Beschrijving der uitgestrekte kalkmergelbank aan
de zuider kust van Djampang koelon
De aanhoudende verbrijzeling en omzetting dezer bank . . .
Ilet koraalrif voor deze bank gelegen en zijne voortdurende
vergrooting
No. 34 tot 33 in Banjoemas en Tjeribon
No. 39 tot 41 in Bagèlèn (in eenige deelen der bank, n". 41,
worden groote , gave kwartskristallen ingemengd gevonden).
No. 42 tot -15 in de residentie Samarang en Jogjakerta . . .
No. 46 tot 50 in vorder oostvvaarts liggende streken van Java.
I I . Algcmeene eigenschappen. Gevolgtrekkingen. — Beschouwingen
over den oorsprong en de wijze van vorming dezer kalksteenbanken
; de heuvelen, die allen eene gelijke halfbolvorraige gedaante
hebbcn (duizendbergen) en aan de oppervlakte van velen
dezer banken voorkoraen ; diluviaalslijk , of Spören van beenderen
248.
250.
261.
272.
277.
282.
293.
298.
301.
306.
309.
320.
323.
324.
327.