
í - 1 r
1 . ;
276
(ieiiedikte hehbeii van a 5 voet. Bijiia alle zandsleenen alliier
zijii bitumineus, hebbeii zwarte strepen als waren er evenwijdige
lijnen op getrokken. Het scliijnt, dat de lagen hier
in het meer binnenwaarts gelegene gedeelte des lands, dat op
een lijnregten afstand van ongeveer 2 minuten van de kust
ligt, onder een steileren lioek naar het zuiden of zuid-zuidwesten
hellen, dan het geval is in de zuidelijkere, digter aan
de kust gelegene streken.
Ylot in de tji Satvarm, n". twaalf. — 12o. Een vlot, ter dikte
van 2 voet, dat landwaarts in, op een afstand van 2 miniiten
van de kust ligt; in de lagen, welke het insluiten, wordt
veel ijzerkies gevonden.
De grijskleurige of witachtig grijze (dikwerf bitumineuse,
en alsdan zwarte strepen bezittende) zandsteenen, — waartoe
insgelijks de vroeger opgetelden: L. n". 51S, 518 behooren, —
waar tusschen nu en dan thon-lagen voorkomen en die de
opgenoemde kolenvlotten omsluiten, deze zandsteensoorten,
zeg ik, onderscheiden zieh van de zandsteenen, welke in
de nabijheid der tji Siki en der tji Madoer woi'den aangetroffen,
door limine meerdere fijnheid en weekheid , en doordien
zij, ten deele althans, opbruisen, wanneer zij met zuren worden
behandeld. Misschien bezit slechts hetui tgaande der lagen
deze eigenschap en moet zulks worden toegeschreven aan de
gehalte aan kalk, voorhanden in het water, hetwelk door de
naburige kalkbanken sijpelt en de koppen der zandsteenlagen
besproeit.
Zij komen overeen met die lagen, wier ontblootingen ten
zuidoosten en ten oostenvan de Sawarna, in de nabijheid van
den tandjoeng Lajar en in andere deelen der kust worden
aangetrofFen; deze bestaan deels uit thonigen, deels ui t kalkachtigen
zandsteen, die, met zuren behandeld wordende,
sterk opbruist, benevens uit conglomeraten: L. n". 519 en
volg. Ook onder t/eze laatstgenoemden worden er eenigen aangetrofFen,
die bilumineus zijn en waardoor kolenaderen loopen:
L. n" 322.
íT-^rnimiimm-'.ím f. -y
277
b. Kleine nestün of dünne aderen fossile kolen, welke
afzonderlijk in verschillende streken van Java
worden aangetroffen.
1". Eene onzuivere, thonige kolenader: L. no. 432, welke
eepe dikte heeft van voet en voorkomt in de bedding
der tji Bodjong paré, tegenover de moara tji Sakoeba, op
een geringen afstand van het dorp van gelijken naam. —
2o. Verscheidene kolennesten worden gevonden in den weeken,
fijnkorreligen zandsteen aan den regteroever der tji Ara, op
een geringen afstand boven de plaats, waar zij in zee uitwatert.
— 3». Eene kolenader, gelegen aan de oostelijke zijde van
den goenoeng Tjiara, ongeveer 30 voet boven den voet des
bergs, ten oosten van de heek van gelijken naam. •—4". Eene
dünne kolenader in de tji Boentoeiig, eene beek, welke zieh
vereenigt met de tji Siki, en wel in het bovenste gedeelte
van hären loop. Deze ader ligt tusschen lagen fijnkorreligen,
blaauwachtig grijzen, kalkhoudenden zandsteen: L. n°. 462,
463; sommige dier lagen zijn zwartkleurig bitumineus: L.
n°. 464, en komen afwisselend voor met thon-lagen. Deze
streken van 1—4 behooren allen tot het distrikt Tjilangkahanvan
het Bantamsche regentsehap Lébak. •— 5". Aan den
linkeroever der tji Boeni, in de nabijheid van het dorp Doegoe,
derhalve aan den voet van den Brengbreng-wand (in het
Tjandjoersche distrikt Djampang wetan, verg. bladz. 121 en
143.) worden, van boven naar beneden gerekend, de volgende
lagen ontbloot gevonden: bruine aarde, ter dikte van 4 voet;
eene laag kleine vulkanische rolsteenen, ter dikte van 3 voet;
eene laag zandmergel van voet dikte, waarin kleine rolsteenen
voorkomen; deze drie lagen bedekken als hedendaagsche
vormingen de volgende lagen, welke naar het zuidoosten
hellen en tot de tertiaire fbrmatie behooren; weeken
blaauwachtigen zandsteen, die voet dik is; graauwen,
schilferigen thon, voet dik; andermaal eene weeke zandsteenlaag,
ter dikte van 1 voet; hierop volgt eene thonlaag,
die voet dik is; in deze laag werd het Fragment
van verkieseld hout: L. n". 737, gevonden, waarvan vroeger
op bladz, 245 is melding gemaakt; nu volgt wederom
ii'
. 1 ' '
4 i
j , rl
iäj.
tí
Ii-
I»j
ii.