
M^ftiäta
I- J
Iffi
28
wijl de vulkanische, doch onder eene dekkende waterlaag itilgebreide,
laagsgewijs verdeelde coiiglomeraten a an liet zuidoostehjke
Strand van de Wijnkoopsbaai de verhazeude dikte
bezitten van meer dan een half duizend Toet.
3. DIKTE.
Uithoofde er noch schachten gegraven, noch pulten op Java
worden geboord, zoo is het niet doenlijk om over de i/awscÄe
dikte der tertiaire formatie te oordeelen, dat wil zeggen, eene
voldoende opheldering over de dikte der tot eengeheelYereenigde
lagen dezer formatie te bekomen. Het resultaat, hetwelk ook
de natuurlijke ontblootingen opleveren, betreft slechts dat gedeelte
van het gebergte, hetgeen opgeheven is geworden boven
de oppervlakte van den aangrenzeiiden bodem, — de dalbodems,
— en leert ons slechts het minimum der dikte kennen,
welke aan deze formatie moet worden toegekend. — Voorbeel-
DEN. 1°. Dalgroeven, erosie-dalen, welke de formatie tot op zekere
diepte doorsnijden. Het ontstaan dezer dalen werd waarschijnlijk
bevorderd door oorspronkelijke reten in de oppervlakte der
aardkorst, zoo mede door spleten, welke ten gevolge vandeopheffmg
van het gebergte geboren werden. Sommige streken van
het neptunische gebergte vormen meer o fmi n convexe wrongen,
die zieh mijlen, ja, dagreizen ver iiitstrekken. Tijdens aan
de formatie deze wrongvormige gedaantewerdgegeven, ten gevolge
van opheffing van dezelve, zoo moest de oppervlakte,
welke bij gevolg eene grootere uitgestrektheid verkreeg, opvele
plaatsen bersten, scheuren. Möge de aanleidende oorzaak tot
de vorming der dalen, waarvan hier sprake is en welke alle
lagen in eene dwarsche rigting doorsnijden, namelijk, in de
rigting, in welke het gebergte nederwaarts daalt, d. i. gewoonlijk
van het noorden naar het zuiden, — gezocht moeten worden
in het bestaan van dergelijke oorspronkelijke spleten, zoo
ishet niettemin als zeker te beschouwen, dat die dalkloven bare
tegenwoordige gedaante en verbazende grootte slechts hebben
verkregen door de wegspoeling van het gesteente (erosie), terwijlde
beken, welke in die kloven stroomden, steeds diepere
29
insnijdingen maakten, ten gevolge waarvan de zijwanden allengs
instortten. Zulke tamelijk evenwijdig nevens elkander
loopende dalen kenmerken vooral het gebergte, dat aan de zuidelijke
zijde voor de Vulkanen der Preanger-Regentschappen
gelegen is en hetwelk in de rigting van het nooi'den naar het
zuiden tot aan de kust allengs afdaalt, (het distrikt Tjidamar
en het westelijke gedeelte van het regentschap Soekapoera).
De diepte van de meeste dezer dalen heb ik gemeten door middel
vanbarometer-waarnemingen, welke op den bodem van het
dal en op den hoogsten rand van hetzelve werden gedaan. Ik zai
slechts eenigen van de grootste dezer dalen, in de rigting van
het Westen naar het oosten voortgaande, opnoemen, dat wil
zeggen, de namen der beken, welke daar doorstroomen: tji S'adla:
1,125, Laki: 840, Lajoe:700, Sangiri: 1,625, i) Kaengan en
tji Longan: 1,670 voet diep. Velen dezer dalen zijn niet breeder
dan hunne diepte bedraagt; zij vormen alsdanijzingwekkende,
woest pittoreske kloven, welker wanden men slechts kan open
afklauteren längs de spranten vanrotan, door de Javanen
aan boomstammen of rotsen vastgehecht. Hoe diep zij ook mögen
doorgroefd zijn,zoo vertoont zieh echter nergens, zelfs niet
op de laagste plaatsen van derzelver bodem, eenig ander gesteente,
dan deze zelfde neptunische, meestal mergelachtige
lagen, welke insgelijks aan den hoogsten rand der dalen worden
aangetroflFen. Ter plaatse waar twee evenwijdige kloven
elkander in hären bogtigen loop zeer nabij komen, wordt de
laudstrook, welke tusschen dezelven oprijst, veranderd in eenen
smallen kam, in -eene lijst, waarover de reiziger, wien steileafgronden
ter wederzijde aangapen, slechts met vrees kan
voortgOa an. Zie hoofdstuk 4. Zesde landvorm.
Hieruit Voigt, dat de dikte der formatie daar ter plaatse meer
dan 1,670 voet moet bedragen.
2". Erosie-dalen in het nepiunische gebergte, welke tot op
een vreemdsoortig {endogeen) gesteente zijn doorgroefd geuwrden.
Hiervan heb ik op gansch Java slechts vier voorbeelden
' ) Zoo hoog ligt het dorp Garoeng, aan de westelijke of regter zijde van het dal , boven
deszelfs bodem. tVan de oostelijke zijde van betzelve verheft zieh de rand, goenoeng
Lantjang, slechts 1,345 voet.