
•••Ü! '
Ii
.1 I I i'i
H'i"
I
4
fi ifpiK'
Brum-ijzererts, (digten bruinijzersteen) vonden wij in elkander
kruisende gangen in de kleilagen van het dal der Tji-
Kanjereh (zie vroeger bladzijde 398); wijders komt het voor in
dünne lagen, äderen, nesten, tusschen mergel-enzandsleenlagen in
Noord-ßantani längs den groolen weg, welke van de Tji-Kandi,
maar raeer algetneen nog van de Tji-Oedjoeng tot aan S6rang met
fijn geslagen stnkjes van deze erts : L. n». 393, wordt onderhouden.
— Nieren, knollen, van brninijzererts (schelvormige, gele
thonijzersteen en boonerts) worden in andere zandsteen-, mergelen
kleilagen op vele plaatsen gevonden, zoo als, bij voorbeeld,
menigvnldig het geval is in de Streek tusschen Tegaloa aan de
Tji-Palal)oelan en Doegoe aan de Tji-Boeni (distrikt Djampang
wötan).
Magneetijzererls, een aggregaat van korrels, welke hier en
daar tot eene digte massa zijn zaämgesmolten : L. n". 988, wordt
gevonden aan de zuidwestelijke zijde van het Tji-Longan-dal, op
den weg van Salatjaoe naar Dedel. (Distrikt Tradjoe van het
Preanger-Regentschap Soekapoera.) Honderden van bladvormige,
1 ä 3 dnim dikke ertsaderen, die netvormig met elkander anastoraoseren,
verhelfen zieh in de nabijheid van het kleine dorp
Tjisoör boven de oppervlakte der losse, weeke zandsleenlagen;
zij bestaan gedeeltelLjk uit kogels, waarvan de schellen i dnim
dikte hebben en gedeeltelijk hol, gedeeltelijk gevuld zijn met massa's
dierzelfde zandsteensoort, waardoor de scherp begrensde ertsaderen
loopen. Deze zandsteen heeft eene blaauwachtig-grijze kleur,
bevat in de nabijheid der ertsaderen ijzeroxydehydraat en
heeft aldaar eene roestbruine of roodachtig okergele kleur verkregen.
— Mögen deze äderen worden beschouwd als debovenste
takken van een dikkeren ertsgang?
Magtieetijzerzand, (benevens titanijzerzand, — iserine), gewoonlijk
vermengd met hornblende en veldspaath, doch ook menigwerf
zeer zuiver, wordt dikwerf in dünne lagen aan den oever van
vele rivieren in het binnenste des eilands, maar meer nog aan
de kust en vooral aan de zuider kust gevonden. — Dergelijk
zand wordt insgelijks aangetroffen aan de noorder kust, in de
nabijheid van de monding der K.-Woengoe (regentschap Kendal,
ijfj^ljgM
residentie Samarang) en aan de zuider kust in de vlakke baaijen
tusschen de kapen der Wijnkoopsbaai L. n». 542, — wijders
tusschen de monding der Tji-Waroe en Tji-Kawoeng, oostwaarts
doch in de nabijheid van den Oedjoeng-Goea oeroek in bei distrikt
Djampang koelon; uit dergelijk zand beslaat eene 2 voet dikke
laag van een halven paal lengte, in de nabijheid van het Strand in
deze Streek, ter plaatse waar landwaarts in geen andere dan neplunische
bodeni wordt gevonden, welke slechts eene geringe boogte
bereikt. In nog grooter hoeveelheid komt dergelijk zand voor, te
rekenen van de monding der Tji-Sadea nabij Sindang baran in
eene oostelijke rigting tot aan de monding der Tji-Damar in de
nabijheid van Tjitaon, derhalve aan de zuider kust in het distrikt
Tjidamar. Het gansche vlakke Strand is hier, met uitzondering
van die plekken, alwaar een gedeelte van het naburige, läge tertiaire
gebergte als eene kaap in zee uitsteekt, over eene uilgestrektheid
van 3i geographische mijl, bijna allerwege bedekt met 1 ä 3 voet
dikke lagen magneetijzerzand, dat menigwerf geheel onvermengd
is en eene glimmend zwarte kleur heeft; men vindt het op deglooijende
strandvlakte tusschen den zoora der branding en den kleinen, zandigen
oeverwand, alwaar het zieh in den vorm eener smalle strook
bijna onafgebroken mijlen ver uitstrekt. Het komt derhalve steeds
voor in het hoogste gedeelte der strandvlakte, aan de grens tot
waar de kracht der branding reikt en wel op het andere, liglere,
niet ijzerhoudende zand, dat insgelijks aan de zeewaarts gekeerde
zijde er van wordt gevonden. Hieruit volgt derhalve, dat het
slechts door de branding daar ter plaatse kan zijn heengeworpen,
alwaar het door zijne grootere zwaarle is blijven liggen, terwijl
daarentegen de ligtere zandsleenkorrels, waarmede het vermengd
was, door de terugrollende baren weder zeewaarts werd gevoerd.
De oorsprong van dit zand moet voornamelijk worden gezocht in
het verbrijzelen van vulkanische eruptie-gesteenten , die of boven
de oppervlakte des zeebodems op een geringen afstand der kust
oprijzen, of waarvan de puinbrokken uit het binnenste des eilands
door het afvlietende waler der beken medegevoerd en ten gevolge
van stroomingen op deze plaatsen werden afgezet. — Ook op vele
andere plekken der zuider kust wordt dergelijk zwar t , ijzerhoudend