
256
Zet mcn zijii weg vaii liet vorige vlol over de tji Sik , door
het dorp van gelijken naam, dat aan liaren oever ligt, in eene
westelijke rigting voovt, dan komt men aan het dorp Tjimandiri,
hetwelk in liet centrale gedeelte van den voortrap aan
de tji Patat ligt. Dewijl ook hier, even als overal eiders op
Java het geval is, de oppervlakte van het gebergte met dikke
aardlagen en met wondgeboomte is bedekt, zoo moet men
den loop der tji Patat stroomopwaarts volgen, ten einde in
de bedding dezer beek ontblootingen aan te trefFen en zieh
op die wijze te overtuigen of er aan deze westelijke zijde van
den voortrap, 2 ä 3 palen verwijderd van het naastbij liggende
vlot (no. 17), dat aan de oostzijde voorkomt, nog andere
kolenlagen worden gevonden. Zet men zijn weg stroomopwaarts
door de beekkloof voort, dan treft men tussehen
de dorpen Tjimandiri en Tjipatat de navolgende vlotten aan.
Vloiten in de tji Patat, achttien tot drieentwintig. —18°. Hetzelve
bezit eene dikte van 4 ä voet, ligt ingesloten tussehen
zandsteenlagen, loopt van het westen naar het oosten
en Staat geheel en al loodregt; het is zaämgesteld uit eene zuivere,
harde, sterk glanzende, pikzwarte kool: L. n». 309. —
19". Dit heeft eene dikte van 3 voet, is eene schilferachtige, onznivere
kolenlaag. — 20». Dit heeft eene dikte van 4 a 5 voet,
loopt van het westen naar het oosten; de laag helt onder een zeer
steilen hoek naar het zuiden en bestaat slechts ten deele,
namelijk, ter dikte van 1 voet nit zuivere, sterk glimmende
kool: n". 308, terwijl het overige gedeelte beiirtelings
uit dünne lagen thon en kolen is zamengesteld; het vlot is
tussehen zandsteen ingesloten. — 21". Dit vlot is 4 a 5
voet dik en bestaat slechts ter helfte uit zuivere kool,
terwijl de wederhelft uit een schilferachtigen kolenthon
is zaämgesteld; hetzelve loopt van het westen naar het oosten
en helt onder een steilen hoek naar het zuiden. — 22".
Hetzelve heeft eene dikte van 4 voet, wordt aan de eene zijde
bcgrensd door eene zeer dikke, aan de andere zijde door eene
grijze thon-laag, ter dikte van slechts i voet, waarop een
voet dikke zandsteenplaat volgt, enz. — 23°. In de onmiddellijke
nal)ijheid van het dorp van gelijken naam, doch liooger
dan liet vorige, wordt dit laatstgenoemde vlot gevonden;
iSiki
257
hetzelve is 2 voet dik eu loopt iu de rigting van het westen
naar het oosten door de bedding der beek.
Gelijk aan de oostelijke zijde van de tji Siki, aan en nabij
de hellingen van den goenoeng Gompol het geval is, zoo
wordt ook hier, aan de westelijke zijde der rivier, een grofkorrelige,
kwartsachtige zandsteen aangetroiFen, die, met zuren
behandeld wordende, of in het geheel niet, of zeer weinig
opbruist. Vermengd met dünne, meer zeldzaam voorkomende
lagen thon en kolenthon, benevens met de opgenoemde vlotten
zuivere kool, vormt deze zandsteen het voornaamste
bestanddeel van den buitenwaarts gekeerden, zuidelijksten
bergrug, benevens van deszelfs buitenwaarts gekeerde helling;
door dit gesteente is het, dat de tji Patat hare kloof ter diepte
van 20 a 50 voet heeft uitgespoeld, en over welker bodem de
beek baren loop voortzet, terwijl zij hier en daar over de schotsen
der verbrijzelde lagen in sehuimende watervallen nederstort.
Men zie den grijskleurigen, laagsgewijs geheel en al witten
plastischen thon, waarin de kolenvlotten van n". een tot
n®. elf liggen, en waarvan de ontblootingen in het Lantean-,
en Karang-dal worden gevonden, onder: L. n". 469. De zandsteenlagen,
welke aan de zuidelijke zijde van het dal worden
gevonden en waaruit de goenoeng Gompol, benevens de tegenover
denzelven liggende goenoeng Tjipatat bestaan, bevatten
de overige kolenvlotten; zij zijn of onmiddellijk daarmede in
aanraking, of zijn van dezelven gescheiden door middel van
dünne thon-lagen. Zij zijn vast en hard, witachtig grijs, somtijds
roodachtig wit van kleur, of roodachtig gestreept, bruisen
niet op, wanneer zij met zuren worden "behandeld; zij
bestaan uit tamelijk grove kwartskorrels, die laagsgewijs grover
worden: L. n°. 467, 468, 48S, 489, ja, van lieverlede
overgaan in werkelijke Nagelflüh: L. n». 486, die uit rolsteenen
bestaat van kwarts en hoornsteen. Noordwaarts van deze
zandsteenlagen, waaruit de g. Gompol bestaat, treft mcn de
dikke thon-lagen aan, waarin het Karang-dal door uitspoeling
is gevormd geworden; deze lagen bevatten de straksvernfet
i I
m
' ) Dozo stukken zijn afkoinstig, namelijk, de beide eerstcn van de zuidelijke zijde
van het Karang-dal, liet derde nit de tji Gompol en bot vierde uit de tji Patat.
:]f
- ! i;