
r i
I ti
1
' 0 i!'
' iPV 1
i misi^
46Ü
nisclic kegels bcslaan, in eene veel hoogere maLe door dergelijke
divergereiule spielen vaneengereten en van boven wijd uiteengedreven
raoesten zijn geworden, mdien zij door eene opheffende
kracht kegelvormig waren opwaarts gedreven. In de IF® afdeeling
van dit werk hebben wij echter gezien, dat de kringvormige
kralerrauren op Java niet in dergelijke slnkken zijn gebersten,
niet door dergelijke van boven breede spielen zijn vaneengereten
en dat dit zelfs niet bei geval is mel den kratermuur des G.-
Tengger, die eene kolk omringt, welker diameler eene geographische
mijl bedraagl.
In bei jaar 1845 onlslond, in den nacht van den Isten op
den Janaarij, in bei raeer van Ambarawa — in de Rawa-
Bening — regt vöör de monding der Kali-Pandjang, welke in dit
meer nitslroonit, een 20 voet booge, eilandvorniige berg op een
geringen afsland van bet dorp Rawa majini; dil verschijnsel bad
plaals, nadat een hevige en aanboudende regen was gevallen.
Waarschijnlijk moet bet onlslaan er van aan eene gelL]ke oorzaak
worden toegeschreven , welke bet opheffen beeft le weeg gebragt des
dalbodeins , waarvan wij zoo even hebben gesproken ; laier werd
deze heuvel door bet afslroomende beekwater weggespoeld, dewijl
hij groolendeels «slechts nit weeke zwarlkleurige aarde» bestond.
(Zie Javaansche Courant van den 22®'"" Januarij, 1845,
n°. 7.)
'liMi "Vi-
TOEVOEGSELEN M VERBETERINGEN
OP DE TWEEDE AFDEELING VAN DIT WERK.
Behoorende tot bladzijde 1310. (Warme hron n^. 10 op hei
landgoed Koeripan in Buitenzorg.) Op een geringen afstand van
den noordelijken voet van bet kalkgebergle G.-Sewoe of Sariboe,
waarvan wij op bladzijde 296 der III''" afdeeling hebben gesproken,
verheffen zieh twee gebeel geisoleerde, stomp kegelvormige
beuvelen, in eene met rijstvelden bedekle vlakte, bO ä 70
voet boven bunne basis; zij zijn bekend onder de benaming van
G.-Kapoetian en G.-Kenljana , waarvan de eerslgenoemde de noordelijkst,
de laalslvermelde de znidelijkst gelegene heuvel is. Zij
zijn op een geringen afstand van elkander gelegen in de nabijbeid
van bet boofddorp Waroe, distrikt Paroeng, en beslaan
ten deele uit kleine aan de zijwanden oprijzende kegels, die elkander
bedekken en een terrasmaligen vorm aan bei geheel geven.
Zij zijn geheel en al gevorind uit kalksinterlagen (kalktuf, travertino),
welke deels spaathachtig, stralig, deelsdigtvan structuur
is en 00,8 percent slrontiaanaarde, 01,4 bitteraarde en nog eene
geringe boeveelbeid andere beslanddeelen bevat, doch voor bet
overige, namelijk, 96,5 per cent, uit koolzure kalkaarde beslaat.
Het is een bezinksel van bet water der warme brennen, die nog
op den huidigen dag op den scbedel der beuvelen opwellen, en
den rotskoepel, in verloop van tijd rondora zieh gevonnd, nog
dagelijks vergroolen door nieuwe sinlerlagen, welke zij op de
vroeger onlstane lagen afzetlen. — Daargelaten een gering verschil
in enkele beslanddeelen, wat de boeveelbeid betreft, komen
Ji-f .'irt'" *
F S
li'UV'